A Blue Day (1)

0
210

Soms heb je van die spreekuurdagen waarop je meer dan gemiddeld veel patiënten ziet met eenzelfde soort klacht.
De ene keer zie je veel kinderen op het spreekuur die last hebben van oorontsteking; dan komen er op een spreekuur-dag weer veel kinderen met buikpijn en weer een andere spreekuur-dag brengt veel patiënten die hoesten.

En vandaag?
Vandaag zie ik een groot aantal patiënten met iets blauws. Blue Monday?
Nee hoor, want het is vandaag dinsdag.

Als eerste komt Jan de spreekkamer binnen aan de hand van zijn moeder Greetje.
Jan is een stoere baas van 2,5 jaar, maar nu loopt hij wat moeilijk.
Gisteravond heeft hij met stoeien met zijn broertje zijn grote teennagel “loeihard” tegen de bedrand gestoten en nu is zijn nagel blauw.
Greetje vraagt zich af of er wat aan gedaan moet worden.
Ze had gelezen dat er in zo’n nagel wel eens een gaatje geprikt moest worden.
Omdat Jan zo hinkte, wilde ze hem laten nakijken.
Ik vraag aan Jan of ik zijn blauwe teennagel mag zien.
Jan heeft blauwe Paw-Patrol-laarzen aan. In die laarzen heeft hij Woezel-en-Pip-sokken.
Ik vraag aan Jan wie er op zijn laarzen staan: “Chase en Marshall” zegt hij trots.
Wijzend op zijn sokken zegt hij: “Op sok “Pip en Charlie”.
Dan steekt zijn voetje naar me uit; zegt hij “auw teen” en wijst naar zijn linker grote teen.
Inderdaad zie ik een blauw halve maantje bij de nagelriem.
“Hè wat vervelend, die auw-teen van jou!” zeg ik tegen Jan. Jan knikt ernstig.
Dan vraag ik aan Jan of hij met die teen kan wiebelen; dat kan hij.
“Niet aankomen, doet auw”, roept hij.
De grote teen staat recht en hij kan hem gewoon bewegen, alleen die nagel is wel gevoelig.
“Oeh, Jan, er zit een bloeduitstorting onder je teennagel, maar dat wist je al, hè?”
Jan knikt instemmend.
“Moet er niet wat aan gedaan worden?” vraagt Greetje.
“Nee hoor, ik ga er niks aan doen”, zeg ik, “het gaat vanzelf weer over. Er wordt alleen een gaatje in geboord als er heel veel spanning op die nagel staat, maar dat doe ik liever niet omdat je dan een open verbinding gaat maken met het nagelbed met kans op infectie.
De bloeduitstorting groeit met de nagel mee uit, maar dat kan wel even duren want een teennagel groeit maar langzaam”.

Jan zit op peuter-zwemmen en Greetje vraagt of hij er wel mee kan zwemmen.
“Ja hoor, de bloeduitstorting is dicht; het is alleen een gek gezicht, maar zwemmen kan geen kwaad”.
Opgetogen gaan Jan en zijn moeder weer naar huis; er hoeft geen gaatje in de teennagel geboord te worden.

Bloeduitstorting onder de nagel heet “Subunguaal Hematoom”

John en Carolien Polderman – Götte, huisartsen te Elspeet.