De Weg Kwijt (1)

0
223

Jannie komt de spreekkamer binnenlopen en gaat zitten; ze zucht.
Jannie is een 60-jarige vrouw; zij werkt met toewijding en veel plezier in de zorg.
Ze is getrouwd met Pieter, een 63-jarige man, wat kort van draad, die nu in de ziektewet zit.
Samen hebben ze twee kinderen, die elders wonen.
“Wat kan ik voor je betekenen, Jannie?”, vraag ik.
“Tsja, ik vind het moeilijk om erover te praten.” Ze slikt.
“Het lijkt me het beste dat je toch maar van wal steekt, want ik zie dat je het er moeilijk mee hebt en misschien kunnen we samen een uitweg vinden”, zeg ik.
Ze friemelt met haar vingers.
“Het gaat over Pieter, mijn man. Hij wordt steeds moeilijker in de omgang.”
“Vertel eens, hoe bedoel je dat?”, vraag ik.
“Nou, hij is geprikkeld en wordt boos om het minste geringste. Hij is de weg kwijt.
Nou was hij altijd al wel een opgewonden standje, maar nu explodeert hij zomaar, alsof hij onder hoogspanning leeft.
Eerst kon hij zich bij familie en vrienden of in het openbaar nog wel gedragen, maar nu valt het op dat hij ongepast reageert, hij stuift op als hem even iets niet bevalt.
Verdraait wat hij niet goed doet en liegt soms. Ik schaam me soms voor hem.
Thuis ben ik degene die het meeste over zich heen krijgt.
Nou is ‘zelfreflectie’ nooit echt zijn sterkste kant geweest, maar als ik nu vraag naar iets wat hij bijv. vergeten is, vliegt hij op. En dan kan hij bijv. de hele dag kwaad zwijgen.
De kinderen merken het nu ook op en blijven hier weg, want gezellig is het niet.
In de auto scheldt hij op iedereen: hij is de enige die kan rijden en de rest niet.
Maar eerlijk gezegd zit ik liever niet meer bij hem in de auto.
Hij zegt dat hij zich aangevallen voelt en dat hij niks goed kan doen.
Overal heeft hij stapeltjes. De spullen die hij gepakt heeft, zet hij na gebruik weg niet terug.
Het lijkt op decorumverlies, wat je wel bij mensen met beginnende Alzheimer ziet.”
“Tjoh, wat moeilijk. Sinds wanneer is het je opgevallen dat hij zo uit de pas gaat lopen?”, vraag ik.
“Ik klaag wel erg, hè! Eigenlijk is het geleidelijk aan erger geworden, waarbij ik mijn grenzen steeds iets verzet heb. In deze gedragingen lijkt hij erg veel op zijn vader; die deed ook zo, had een kort lontje en het later bleek dat hij Alzheimer had. Zou Pieter dat ook niet hebben?
Maar ik denk dat het werk teveel voor hem geworden is. Daarom zit hij nu thuis, maar thuis zitten hem ook geen goed doet.“
“Poeh, in wat een moeilijke situatie voor je! Is Pieter daar ook agressief t.o.v. jou bij?”, vraag ik.
“Alleen verbaal met schelden, nee, gelukkig slaat hij me niet.”
“Heeft hij ook verdere klachten, alsof dit niet genoeg is?” vraag ik Jannie.
“Hij heeft wel eens last van evenwichtsstoornissen, vooral als hij zich opwindt en dat doet hij nog wel eens”, zegt ze.
“Dan denk ik dat we een afspraak moeten maken dat hij bij mij op het spreekuur komt voor die evenwichtsstoornissen. Dan zal ik hem voorstellen dat hij het beste naar de Geriater kan verwezen worden i.v.m. die evenwichtsstoornissen. En dan kunnen we meteen naar evt. Alzheimer laten kijken.

John en Carolien Polderman – Götte, huisartsen te Elspeet