Verhalen van de straat: Harderwijkerweg (2)

0
2031

NUNSPEET – Waar het in een vorige editie ging over de Harderwijkerweg in Hulshorst nu een vervolg over dezelfde weg in het dorp Nunspeet. De weg met de geweldige bomenrij. Voor mij persoonlijk maakte dat indruk tijdens mijn eerste kennismaking met Nunspeet. Als tiener kwam ik rond 1960 vanuit Stadskanaal op de fiets naar camping Bad Hoophuizen en ging een patatje eten in de cafetaria (nu Ni Hao) aan het begin van de Harderwijkerweg. De aanblik van de prachtige grote bomen is me altijd bijgebleven. Nog altijd is het een markant wegdeel in Nunspeet. Maar er is zoveel meer te vertellen over dit deel van de Harderwijkerweg en dat is zeker toevertrouwd aan Kees Keizer, die als oudste zoon werd geboren op het adres Harderwijkerweg 96. Kees:,,Het was een drie-onder-éénkap woning met als buren oom en tante en opoe en opa. Naast het huis bevond zich ,de witte hekke’, zo’n beetje de oudste hangplaats voor senioren vanuit de Zoom en de buitengebieden, die daar dan alle nieuwtjes uitwisselden. Op een bepaald moment moest de voorgevel van de huizen vervangen worden, maar dat kostte toen f. 1200,- Dat was dus f. 400 per gezin. Dat waren toen hele bedragen en dus moest de Boerenleenbank eraan te pas komen. Gelukkig was er een familielid, een grote boer, die wel garant wilde staan en zo kon er verbouwd worden. Tegenover ons woonde Van Leijen met zijn autorijschool, die later predikant is geworden. In zijn huis had hij een leslokaal met een grote maquette met alle mogelijke verkeerssituaties uitgebeeld met auto’s brandweerwagens, militaire colonnes enzovoort. Als kinderen vonden we dat heel boeiend.

In een klein huisje naast ons woonde Pietje uit Amsterdam. Die kreeg als eerste een televisie en als kleine kinderen mochten we daar dan kijken naar Pipo de clown en andere kinderprogramma’s. Een andere overbuur was de familie Westhuis met dochter Willie (nu Willie Bonestroo, Eibertje). In de directe omgeving zat ook het kruidenierswinkeltje van Hendrik Hoogers. Op nr. 90 woonde Hendrik Koekoek de kolenboer. Als er dan weer een lading brandstof geleverd werd, turf, briketten, kolen, antraciet (3tjes en 4tjes) mochten we als kinderen helpen om de briketten te stapelen onder een afdak. Natuurlijk kwamen we pikzwart weer thuis, maar we kregen wel allemaal een kwartje. Daar kochten we dan bij Elskamp een voetbal van. Een andere activiteit voor ons was het helpen van de melkrijders. Wij mochten mee met de trekker om de melkbussen naar de VVM te brengen, die wij daar dan op de lopende band moesten zetten. Met de rubberen hamer sloeg je de deksels eraf. Na de behandeling in de fabriek kwamen ze dan weer terug en gingen we met de trekker weer terug en werden we bij huis afgezet. Eén van de jaarlijkse hoogtepunten was de TT in Assen. De motoren kwamen achter ons huis langs over de (toen nog) Zuiderzeestraatweg en dan konden we vanuit onze tuin genieten van al die ronkende motoren.

 Ons huis stond ook op een cruciale plek voor alles wat richting het dorp ging. Je zag alles voorbijkomen. Bijzonder vond ik het dat mijn opoe de gordijnen dichtdeed als er een begrafenistoet langskwam. De stoet stopte dan bij ons huis en dan sloten de mannen achter de rouwwagen lopend aan in rijen van vier en liepen zo naar de Eperweg. Vrouwen en kinderen bleven in de auto’s.  Als het geen bekende was voor opoe sloot ze de gordijnen voor de helft. Bij een bekende werden de gordijnen helemaal gesloten. Dat vond ik altijd een mooi gebaar uit piëteit voor de overledene”. 

Wilde varkens in de straat

Kees vertelt verder:,,Aan de overkant waren toen ook twee weilanden van veehandel Jan van Renselaar. (die er bepaald niet armer van is geworden…..) In de weilanden liepen soms ezels, dan weer paarden, maar ook wilde zwijnen uit het bos. Hij was jager en varkenshandelaar. Dat was voor de toeristen altijd bezienswaardig. Wilde zwijnen zijn echte wroeters en zo kon het gebeuren dat de beesten af en toe zich loswroetten en de straat op liepen richting het dorp. Het leek soms een wilde rodeo, want de beesten lieten zich niet gemakkelijk pakken. Jan van Renselaar is later op ,de Roostee’ gestorven”.  

Vliegtuig neergestort.

Mijn eerste kennismaking met Nunspeet in de cafetaria (het Kremershofje) blijkt ook een bijzondere plek te zijn.  Kees Keizer:,,Van mijn vader weet ik dat op die plek in de oorlog een vliegtuig is neergestort. Het was voor mijn tijd, in 1944, maar Ik zie die boom nog voor me die getroffen was doordat een vleugel van het toestel de boom spleet. Mijn vader had toen in de kerk gezeten en hebben het toestel dus niet neer zien komen.  Het is nu één van de plekken waar in Nunspeet een herinneringszuil is geplaatst”. De gegevens zijn op de herinneringszuil te lezen. Het vliegtuig een P-47 Thunderbolt jachtvliegtuig stortte neer op 8 maart 1944 om 16.14 uur door motorproblemen. Het was op de terugweg en begeleidde bommenwerpers van Berlijn naar Engeland. De piloot F/2nd Lt.Clyde  L.Coldren (24 jaar) kwam daarbij om het leven. Hij werd aanvankelijk in Harderwijk begraven, maar is later herbegraven in Venus (Pennsylvania US).

Dat er in de loop van de jaren veel is veranderd op de Harderwijkerweg is duidelijk. Dan gaat het over bakker Krol, Aalt Bos, Freek Buitenhuis de kapper, schoenmaker Willem van Wageningen, de smederij, garage Prins, de stratenmakers Hannes Haverkamp en Gart Vlieger (wandelende nieuwsbladen) en zo meer.  Maar ook de schilders Arthur Briët en Edzard Koning hadden hun domicilie aan de Harderwijkerweg. Waar nu de Veluwse Heuvel staat stond vroeger het restaurant ,,de Veluwse Boer”. In het bosje achter de Veluwse boer had Arthur Briët zijn atelier. Alleen het bosje achter zijn pand is nog overgebleven en is nu het ,speelbosje’ bij de Ds. Stuyvenbergschool. Kunstschilder Idzard Koning was de vroegere bewoner van ,de Veluwse Boer’. Tegenover dit restaurant zat ,de Berenbos’, vandaar de Berenbosweg. Aanvankelijk ook een horecabedrijf, daarna werd het een kindertehuis van de Gereformeerde Gemeenten. Eerst bestemd voor de ,bleekneuzen’ om aan te sterken in de gezonde bosrijke omgeving, daarna werd het een schippersinternaat. Dit is de plek waar later het Hospice is gebouwd.

Kees Keizer op de motor.

Kees heeft tot zijn 10e jaar aan de Harderwijkerweg gewoond. Door gezinsuitbreiding werd het huis te klein, er waren maar twee slaapkamers, waardoor het gezin verhuisde naar de Treubstraat en later naar de Gruppendelerweg, waar vader een zonweringsbedrijf had. Fijn dat Kees Keizer vanuit zijn huidige woning aan de Bremhoek nog zoveel herinneringen uit zijn vroege jeugd aan de Harderwijkerweg wist te vertellen.

AG
Uit de serie ‘Verhalen van de straat’ uit de Veluwse Courant