Verhalen van de straat: de Oosterlaan

0
1769

NUNSPEET – In deze rubriek brengen we verhalen over Nunspeetse straten, de geschiedenis, de actualiteit, bijzonderheden en verhalen van bewoners. Kortom alles wat aardig is om te weten over een bepaalde straat in ons dorp. Graag worden we daarbij geholpen door mensen die meer bijzonderheden weten van hun straat. Laat het ons maar weten.

Er was een Westerlaan en dus kwam er ook een Oosterlaan. In het boek ,Straatgebonden’ van de Heemkundige Vereniging Nuwenspete worden in het kort alle straten van de gemeente Nunspeet beschreven. Voor de uitbreiding van het dorp moest er een brede weg komen om het oostelijk deel van het dorp te ontsluiten voor een toekomstig woongebied. Begin jaren ’60 is de weg aangelegd en kreeg dus de naam Oosterlaan. 

Er zou weinig te vertellen zijn over deze laan ware het niet dat hier de oudste inwoner van Gelderland woonde, in Nunspeet bekend als opoe Fidder. Zij overleed in 1989 op 107-jarige leeftijd. In de archieven is weinig te vinden over de Oosterlaan, maar de kleinzoon van Opoe Fidder, Bert ten Have, kent als geen ander de geschiedenis van de Oosterlaan. Hij werd geboren in het oude boerderijtje, dat er nu na meerdere verbouwingen bij staat als een witte parel. Bert:,,Ik woonde met mijn ouders jarenlang onder hetzelfde dak als opoe Fidder. Er waren twee kamers, ééntje voor opoe en de ander voor mijn ouders en mij (Ik was enig kind), daarin waren twee bedsteden. Verder was en nog een verdiept gedeelte dat ,de goot’ heette en achterin nog de deel met een lemen vloer. Daarop heeft vroeger nog wat vee gestaan.  

Eigenlijk ben ik geboren aan de Driftweg op nr. 12. De Driftweg liep toen helemaal door naar de Eperweg. Dat gedeelte is nu de Bremhoek. Ons boerderijtje was omgeven door veel grond en toen de Oosterlaan aangelegd moest worden is deze hele situatie veranderd. Een groot gedeelte van onze tuin hebben opoe en mijn ouders moeten opofferen, want de weg kwam dwars door de tuin te liggen en daarmee woonden we ineens aan de Oosterlaan. Dat was niet het enige, want door de plannen van de aanleg van de Oosterlaan werden de gronden door de gemeente aangemerkt als bouwgrond en moesten de eigenaren van de gronden bouwgrondbelasting betalen van 60 à 70 duizend gulden. Door de veranderde bestemming werd het bouwgrond, dat meer waard was en dat betekende dat er fors meer belasting moest worden betaald. Dat was zoals verwacht niet op te brengen en dus moest de grond wel worden verkocht.

De aanleg had ook tot gevolg dat het houten bakhuis moest worden afgebroken. Dat werd dan wel weer deels gecompenseerd door de gemeente door deze elders bij het boerderijtje door een stenen bakhuis te vervangen.  In het bakhuis woonden we ’s zomers overdag altijd in waardoor het huis zelf schoon bleef. In dat bakhuis vonden dan ook alle dagelijkse bezigheden plaats. Er werd gekookt, gewassen, bonen gedopt en meer. Naast het boerderijtje stond ook nog een schuurtje. Daarin werden voor de VVM door mijn vader en zijn broers naast hun werktijd bij de VVM, (room)botervaten gemaakt. Hoe dat arbeid technisch werkte weet ik niet. Elke week kwam er dan een vrachtwagen, die materiaal kwam brengen en werden de vervaardigde tonnen weer meegenomen. 

Speelterrein

 Het was voor alle veranderingen voor mij als kind, samen met mijn vriendjes, een prachtige omgeving om te spelen. We konden hier volop vliegeren, spelen in de bosjes van Tijmen Rekers, bouwden er hutten en haalden er kattenkwaad uit. (we ,leenden’ even een skelter en ,vonden’ die dan terug waarvoor we een gulden beloning kregen….). In de sloten konden we stekelbaarsjes vangen en op het kerkhof, soms samen met opoe, gingen we bosbessen plukken. Vaak gingen we ook eieren zoeken, van kievitseieren tot zwanen, van eenden tot grutto’s en andere vogels, die we dan verzamelden in een grote kist, die we hadden ingegraven in de bossages. Nu noemen we het kennis nemen van de natuur… De zondagse wandeling (in nette kleding) ging vaak naar het Randmeer. Dan werd er ook wel eens stiekem met een aangemeerd bootje gevaren…..” (over ander kattenkwaad zullen we maar zwijgen).

Hoe drastisch een omgeving kan veranderen blijkt wel uit de foto’s die op tafel komen. De hele omgeving was landbouwgrond. Zo zie je op de foto opoe Fidder in klederdracht bij de boerderij bezig met twee zonen de rogge oogsten.

Het gebied werd doorsneden door het Brempad, een zandpad met veel struiken, bomen en bosschages, met hier en daar een boerderijtje of woning. Het pad liep nog door tot waar nu de voetbalvelden liggen. De wijk Oenenburg moest nog worden aangelegd. 

Dat is inmiddels realiteit en de Oosterlaan is nu een laan met volop bebouwing. Mogelijk heeft de gemeente met de bebouwing andere plannen gehad (meer rijtjeswoningen voor medewerkers van bedrijven?), waardoor de huidige nummering van de woningen niet aaneensluitend is.  Bert ten Have is inmiddels weer teruggekeerd naar de Oosterlaan. Na zijn huwelijk in 1973 heeft hij het boerderijtje, met ook nog altijd opoe Fidder als medebewoonster, verlaten om in 2013 samen met echtgenote Betsy (juf Betsy) zich weer aan de Oosterlaan te vestigen en keerde daarmee terug naar zijn geboortegebied.  Waar de Oosterlaan vanaf het begin een rechte weg was is het een aantal jaren terug veranderd in een ‘slingerweg’. Door aanwonenden wordt de weg gevaarlijk genoemd. Door alle ,geslinger’ wordt het zeker voor fietsers als onveilig ervaren. Protesten tegen de toenmalige plannen hebben niet mogen baten. De geschiedenis is boeiend, de huidige Oosterlaan minder. 

AG