SGP fractie bezoekt Nunspeetse Ruiterclub

NUNSPEET – De SGP fractie heeft een bezoek gebracht aan de Nunspeetse Ruiterclub, gevestigd aan de Wezenland in Nunspeet. Fractievoorzitter Harm Jan Polinder: “Als fractie proberen we met enige regelmaat organisaties binnen onze gemeente te bezoeken. Deze keer hebben we gekozen voor de Nunspeetse Ruiterclub. Een prachtige sportclub uit onze gemeente die zonder subsidie overeind blijft. We zijn als SGP fractie verrast door de wijze waarop deze vereniging door vrijwilligers gerund wordt. Alles ligt er prachtig bij, de accommodatie zelf maar ook het buitenterrein. Daar hebben we heel veel waardering voor.”

De locatie wordt niet alleen gebruikt door mensen uit Nunspeet. “Omdat deze vereniging de accommodatie zo goed op orde heeft wordt er gebruik van gemaakt door mensen uit een wijde omtrek. Er worden zelfs wedstrijden gereden door mensen vanuit heel Nederland.” Er is animo om veel meer wedstrijden te organiseren, maar de Nunspeetse Ruiterclub ziet daar vanaf. “Ze moeten alles doen met inzet van vrijwilligers, die willen ze niet nog meer belasten. Daarnaast wil de vereniging de overlast voor omwonenden beperken.”

De gemeente Nunspeet is onlangs een samenwerking aangegaan met de Nunspeetse Ruiterclub. “Het dak van de accommodatie heeft een behoorlijk groot oppervlak. Als gemeente zijn we op zoek naar dit soort dakoppervlakten om zonnepanelen op te vestigen, om daarmee op den duur energieneutraal te worden. Daarnaast voorkomen we daarmee dat we zonnepanelen op landbouwgronden moeten vestigen, want daar hebben we grote moeite mee.  Een deel van het dak van de accommodatie was echter aan vervanging toe en kwalitatief niet goed genoeg. We hebben als gemeente in overleg met de vereniging besloten dat het dakoppervlakte gehuurd zou worden door de gemeente, waarbij de huuropbrengsten gebruikt worden om het deel van het dak wat vervangen moet worden te vernieuwen. Zo snijd het mes aan twee kanten. Wat ons betreft is dit een prachtig voorbeeld van hoe wij willen omgaan met onze verenigingen en hoe wij invulling willen geven aan onze verantwoordelijkheid op het gebied van duurzaamheid.”