NUNSPEET – Leegstand van winkelpanden is niet bevorderlijk voor de aantrekkelijkheid van het centrum van Nunspeet. Dat wordt erkend door het college van burgemeester en wethouders naar aanleiding van vragen van Martin Mol (Gemeentebelang).
De leegstand wordt ieder jaar half onderzocht door de gemeente. Per 31 december van het afgelopen jaar is de leegstand gestegen met vijf panden waardoor er nu 19 panden leegstaan op een totaal bestand van 211. Wel wordt aangegeven dat de economische gevolgen van het Corona-virus de leegstand negatief kan beïnvloeden. Met ondernemers en vastgoedeigenaren gaat overleg gepleegd worden om de mogelijkheden te bespreken en gebruikers te trekken.
Het college is bereid met partijen mee te denken om leegstand te voorkomen door het faciliteren van tijdelijke activiteiten, zoals bijvoorbeeld pop-up stores en een kunstgalerie. Hierover vindt overleg plaats met de vastgoedeigenaren.
Naar aanleiding van vragen van het CDA over eveneens de leegstand van winkels geeft het college aan dat geen algemeen geldende uitspraak kan worden gedaan over een gelijke huurlast voor winkels binnen dezelfde branche. Op een gunstiger locatie in het algemeen kan bijvoorbeeld een hogere huur worden gevraagd.
Door het CDA is aangegeven dat het verplaatsen van bedrijfsactiviteiten vanuit een winkel- of bedrijfspand naar een eigen locatie de leegstand in de gemeente nadelig kan beïnvloeden. Het college zegt dat het niet eenvoudig is hierover een uitspraak te doen. Mogelijkheden binnen winkel- of bedrijfspanden zijn ook gericht op het creëren van ‘broedplaatsen’ om juist doorstroom te krijgen naar winkel- en bedrijfspanden. Het college geeft aan geen onderzoeksresultaten voorhanden te hebben die een exacte bevestiging van de vraag van het CDA rechtvaardigen.
Door het opstellen van een plan Woongebieden worden de regelingen voor alle woningen gelijk getrokken. Het gaat dan om regels ten aanzien van eventuele bedrijfsmatige activiteiten. Alleen voor het buitengebied zijn afwijkingen mogelijk omdat verschillende gebieden een eigen beleid vragen. De verwachting is dat het plan nog voor de zomervakantie in procedure kan worden gebracht.
