De Kerkdijk door Het Goor

1
3672

Artikel in samenwerking met en voor het eerst gepubliceerd in de Veluwse Courant.

Doornspijk – Op de  met gras begroeide Kerkdijk in Doornspijk lopen in de zomer af en toe wat schapen en koeien. Er is geen ruimte voor verkeer;  geen fietsers, geen auto’s  en slechts  af en toe een wandelaar wiens voeten wegzakken in de zachte bodem. De Kerkdijk is een eeuwenoude dijk die het huidige dorp Doornspijk verbindt met de oude Zuiderzeekust, nu het Veluwemeer. 

De naam van de dijk is afkomstig van de Sint Ludgeruskerk  die eeuwenlang op de plek stond waar tot 1825 het oorspronkelijke kerspel Doornspijk lag, aan de Zuiderzee. In de 14e eeuw werd de dijk ook wel Wessinghedike genoemd, omdat bewoners van de buurtschap Wessinge in Doornspijk ter kerke gingen. Boeren en burgers die op de hoger gelegen gronden van de Veluwe woonden en die in Doornspijk wilden kerken, gingen eeuwenlang te voet over deze dijk om de zondagse kerkdienst in de Ludgeruskerk bij te wonen.

In die tijd was de Zuiderzee niet te vergelijken met het rustige binnenmeer dat er tegenwoordig van overgebleven is, het Veluwemeer.  Tijdens een zware storm en de daarop volgende grote overstroming in februari van het jaar 1825 werd de kerk die stamde uit de 12e eeuw, samen met de omliggende boerderijen getroffen door de beukende golven van de woeste zee. Kerk en boerderijen werden zwaar beschadigd en een blikseminslag later dat jaar op 18 oktober zorgde ervoor dat  de resten door brand werden verwoest. De Sint Ludgeruskerk en het kerspel Doornspijk verdwenen van de aardbodem.

De plattegrond van de fundamenten  van de oude kerk is nog steeds te vinden op de plaats waar ze  eens gestaan heeft. Het fietspad langs het Veluwemeer  leidt toeristen en belangstellenden  naar de plek, waar gedroomd kan worden over de vergane glorie van dat mooie godshuis en van al die arme mensen uit het oude, verdwenen Doornspijk. De overlevenden van de ramp moesten het hoger opzoeken, op de veilige zandruggen van de Veluwe, waar in de 19e eeuw de Zuiderzeestraatweg is aangelegd. 

Daar werd tegenover landgoed Klarenbeek een nieuwe kerk gebouwd, een neoclassicistisch gebouw, helemaal in de stijl die toen in de mode was.  In 1829 was de nieuwe kerk gereed. Het was een zogenaamde Waterstaatskerk. Ze werd zo genoemd omdat het ontwerp en de bouw gecontroleerd werden  door het ministerie van Waterstaat. Het opvallende kerkgebouw langs de Zuiderzeestraatweg bestaat nog steeds en is na wat uitbreidingen en verbouwingen tegenwoordig in gebruik door de Hervormde Gemeente binnen de Protestantse Kerk in Nederland en de Hersteld Hervormde Gemeente.

Het huidige dorp Doornspijk ontstond in de loop van de 19e eeuw rondom dat nieuwe  godshuis. Het lag veel verder van de zee op de hogere gronden van de Veluwe, maar echt veilig was het er niet. In die tijd lag het gevaar voor overstromingen altijd op de loer. De grote overstroming van 1916 bewijst dat. Die stormvloed was de aanleiding voor het besluit de Zuiderzee af te sluiten. Het gevaar van overstromingen verdween pas door de bouw van  de Afsluitdijk in 1932. 

De Kerkdijk uit 1325 ligt er nu wat eenzaam bij; de zondagse wandeltocht naar de Sint Ludgeruskerk behoort tot het verleden. Het  is echter de moeite waard om er eens een kijkje te nemen en in navolging van de vroegere bewoners van het gebied rond Doornspijk de wandeltocht te maken.

Het Goor

Het land ten noorden van de dijk en ten zuidwesten  van Elburg heet het Goor.  De naam Goor betekent modderig, laaggelegen land. Het was een niet omheind land waar de poorters en eigenaren van onroerend goed uit Elburg al in de 14e eeuw hun vee in erfpacht mochten laten grazen of hun paarden konden weiden. Ook mocht het Goor door de pachters gebruikt worden als hooiland. Dit alles tegen een geringe vergoeding, zodat ook kleine boeren hun vee konden laten grazen.

Het bestuur van Het Goor is van oudsher en ook tegenwoordig nog in handen van de Goorcommissie die onder leiding staat van de burgemeester van Elburg. De leden worden door de gemeenteraad benoemd voor een periode van 4 jaar. Een Goorier of Goorhoeder houdt toezicht op het land en zorgt dat de afrastering en de afwatering onderhouden blijven en dat er goed gelet wordt op het vee dat op Het Goor rondloopt. Dat vee mag van 1 mei tot 1 november het Goor begrazen. Tot 1965 kreeg het vee dat daar verbleef in de rechter voorhoef een brandmerk met de letters GR van Goor. 

De Goorkolk

Tussen Het Goor en Elburg is het een en al natuur wat de klok slaat en links van de oude dijk ligt een meertje waar op mooie dagen het zonlicht het water doet schitteren. Het is de Goorkolk, ontstaan na een dijkdoorbraak van de  Kerkdijk in 1881. Door de kracht van het water ontstond een kolk die ook wel wiel genoemd wordt.

Het is een meertje waar het soms wel 15 meter diep is en  waar een rijk waterleven mogelijk is. Je kunt er heerlijk vissen. In 1949 werd de Goorkolk in gebruik genomen als viswater voor de hengelsportvereniging van het nabijgelegen Nunspeet.  De populariteit van de hengelsport was in die tijd erg groot en de vereniging besloot dat jaar een grote hoeveelheid jonge vis in de Goorkolk te poten om deze er later, als de vissen volwassen waren,  weer uit te hengelen.

Brasem, voorn, snoek en zelfs karper waren vissoorten waar graag op gevist werd en die een welkome aanvulling bleken te zijn op het karige menu dat na de 2e wereldoorlog gangbaar was. Ook tegenwoordig wordt er nog graag gevist. H.S.V. De Poepenkolk in Elburg trekt vele enthousiaste sportvissers die met een vergunning mogen hengelen in de wateren rond Elburg. Alleen leden van H.S.V. De Poepenkolk mogen in de Goorkolk hun hengel uitwerpen van 1 juni tot 30 september, maar dan alleen overdag, want nachtvissen is er verboden.

De Goorkolk is een pareltje in het prachtige gebied Het Goor.

Door Bert Biesmeijer, Foto’s Bram van de Biezen.

1 REACTIE

Comments are closed.