De Kattevijver  

0
3618

Het vijvertje in het Belvedèrebos kennen veel Nunspeters als de Kattevijver, of moet je Kattenvijver schrijven volgens de laatste spellingsregels. We houden het maar op Kattevijver, want de naam is niet een officiële. Het is een naam die ooit spontaan ontstaan is en die niet gebaseerd is op historische feiten. In oude krantenartikelen wordt het vijvertje met een heel andere naam aangeduid. De Napoleonsteek. Deze naam was ontstaan omdat de vijver de vorm had van de steek die Napoleon Bonaparte vroeger op zijn hoofd had, als hij officieel wilde overkomen. Als je goed naar het vijvertje kijkt is die vorm nog steeds te herkennen. 

Het vijvertje ligt langs het Groenelaantje, niet ver van het spoor en wie er tegenwoordig gaat kijken valt het op hoe klein en onooglijk het is. Een poeltje, meer is het niet, totaal overwoekerd door vochtminnende planten en water is er nauwelijks te zien. De naam vijver klinkt dus tamelijk overdreven, maar je kunt nog steeds zien dat er ooit zoiets als een vijver geweest is. Toch weten veel oudere Nunspeters zich nog goed te herinneren dat de Kattevijver echt een vijver was waarop je in de winter kon schaatsen en waarover je vanaf de hoge zandheuvel die er achter lag kon sleeën tot je een ons woog. Het was een magische plek die een grote aantrekkingskracht had op de kinderen in die tijd. Naast het sleetje rijden en het schaatsen in de winter waren er het hele jaar door wel leuke activiteiten te bedenken. Volgens mevrouw Deetman kon je met pasen met een gehaakt netje met eieren om je nek van de helling rollen met de bedoeling zo veel mogelijk eieren onbeschadigd beneden te brengen. In het voorjaar kon je salamanders en kikkervisjes vangen of je kon proberen vlotten te bouwen van boomstammen en sloophout dat in grote hoeveelheden naar de Kattevijver gesleept werd, met alle gevolgen van dien. Je kon er zelfs in pootjebaden, maar echt zwemmen was niet aan te raden, de kans op verwondingen was te groot. Door al die activiteiten veranderde het vijvertje regelmatig in een dichtgeslibde vuilnisbelt gevuld met alle troep die de jeugd meebracht. De gemeente probeerde om de zoveel tijd de Kattevijver schoon te maken en uit te diepen en weer te voorzien van een houten beschoeiing, maar uiteindelijk veranderde de vijver in een modderpoel met wat waterplanten. Van de grote Napoleonsteek bleef bijna niets over. 

Toch bleef de magie bestaan. De aantrekkingskracht bleef. De plek wordt vaak in verband gebracht  met het bestaan van kabouters en elven die daar door sommige mensen veelvuldig gesignaleerd zijn. Mevrouw Gerding-Le Comte, die tijdens haar leven bij het Berkenlaantje woonde, heeft er tientallen waargenomen. Door haar tuin liep een kabouterpad dat gebruikt werd door kabouters en elven uit heel Europa. In het tv-programma Showroom uit 1976 vertelde zij over wat zij waargenomen had. Waren al die kabouters op weg naar bijeenkomsten, daar in het Belvedèrebos, misschien zelfs bij de Kattevijver?

Het plekje in het parkachtige bos, zo vlak bij het centrum van het dorp werd ook door Nunspeters en toeristen vaak gebruikt voor bijeenkomsten. In 1946 probeerde men er een openluchttheater met plaats voor 4000 personen van te maken met de opvoering van een groots bevrijdingsspektakel. Het spektakel was een succes, het was een eerste poging om Nunspeet weer aantrekkelijk te maken voor vakantiegangers die door de oorlogsjaren massaal waren weggebleven. Helaas kreeg het openluchttheater op deze plek geen vervolg, hoewel men in de tachtiger jaren opnieuw een poging heeft gewaagd om op deze plek een openluchttheater te maken. Dit idee werd door de gemeenteraad afgekeurd uit angst voor vernielingen en ongewenste onwelvoeglijke activiteiten daar in het bos.  Het Belvedèrebos met de bruggetjes en het vijvertje bleef echter een plek waar Nunspeters en vakantiegangers graag wandelden en verbleven. 

De bijeenkomsten die bleven waren soms van religieuze aard. Toeristische fietstochten en wandelingen begonnen en eindigden soms bij de Kattevijver en werden vaak afgesloten met een avondstilte en samenzang op het grasveld er naast.  Soms werden er spelletjes georganiseerd voor kinderen en ook werden er demonstraties gegeven van bijvoorbeeld hondentrainingen waarbij de kinderen van het nabijgelegen kindertehuis De Bijenkorf als publiek uitgenodigd werden. Kabouters werden er echter niet meer waargenomen.

Belvedère.

Het Belvedèrebos ontleent zijn naam aan een uitkijktoren, belvedère genaamd, die in het begin van de 20e eeuw werd gebouwd door de Dordtenaar Gerard Veth, die een huis bezat aan het Berkenlaantje. Deze rijke bankier was eigenaar van grote bospercelen tussen de Molijnlaan, Eperweg  en de spoorbaan en hij wilde hier uit liefhebberij een parkachtig gebied van maken waar iedereen zich goed kon vermaken. Bij de belvedère kwam een uitspanning waar men wat kon drinken, in de buurt van zijn woning liet hij spannende bruggetjes bouwen waar je overheen en onderdoor kon lopen en er kwamen vijvertjes waar je kon schaatsen. Is de Kattevijver toen ontstaan? Het laatste is niet helemaal zeker want zoals zo vaak bestaat er zelfs een Veluwse sage die het bestaan van een vijvertje op deze plek benoemd. De sage zou de naam Kattevijver verklaren. Een historische gebeurtenis waarop een sage meestal is gebaseerd is hier echter erg discutabel.

De sage van de Kattevijver.

Eens, lang geleden trok een arme oude man in het holst van de nacht door de Veluwse bossen. Vlak bij het plaatsje Nunspeet bleef de man plotseling stijf van angst staan. Op een duistere berkentak zag hij twee groene vurige ogen die kwaadaardig naar beneden staarden. Was het een heks, was het een geest? Het bleken de ogen van een kat te zijn, deze kat was de  leider van een groep van 12 zwarte katten die daar in het bos in een kring aan het dansen waren. De zwarte kat op de berkentak sprong plotseling naar beneden tussen de dansende katten, waarna alle katten  stuk voor stuk in het naastgelegen vijvertje doken. Ze verdwenen zo snel als ze tevoorschijn gekomen waren. Plotseling, een paar seconden later, zag de man een groep deftige mensen staan op het naastgelegen veld. De mensen zagen er welgesteld uit en droegen prachtige kleren. De arme oude man dacht dat ze vast wel wat konden missen. Hij stapte op het gezelschap af en hield zijn hand op. Een van de rijke mannen gaf de arme oude man een handvol gouden munten en de arme man was verrast en dankbaar door zoveel goedheid. Het gezelschap gaf plotseling een schrille schreeuw en verdween zo snel en onverwachts als het gekomen was. De man keek naar de gouden schat in zijn hand die echter veranderd was in berkenloof. Teleurgesteld vervolgde hij zijn tocht richting Nunspeet.     

Bron: Die Vale Ouwe           

Of de Kattevijver door deze sage aan zijn naam gekomen is, is natuurlijk niet te bewijzen. Een leuke gedachte is het wel, maar waarschijnlijker is dat deze gedachte is voortgekomen uit de fantasie van de schrijver.  De Kattevijver in het Belvedèrebos prikkelde de fantasie van veel mensen en doet dat nog steeds. Een mysterieus plekje.