Passie voor bijen

0
497

Eén voor allen en allen voor één: de koningin!

NUNSPEET – Volgende week is het precies 50 jaar geleden dat Wim Raaijen lid werd van de Nederlandse Bijenhouders Vereniging. Als ‘jonkie’ van 26 jaar oud werkte Raaijen als timmerman. Tijdens een bouwproject hoorde hij zijn collega’s, die aan het metselen waren, alsmaar praten over ramen. ’Wat nou ramen, daar hebben jullie toch geen verstand van’, zei ik. Bleek dat ze het over bijenramen hadden,’’ lacht Raaijen. ,,Ik ging een keer met die collega mee naar de hei waar zijn bijenkasten stonden en werd meteen door een bij gestoken,’’ vervolgt hij. ,,Bleek ik precies in de vliegroute van de bijen te staan.’’ Het heeft Raaijen er niet van weerhouden om zich te verdiepen in het fenomeen ‘bij’. Middels zelfstudie heeft hij zich de afgelopen 50 jaar ontwikkeld tot een expert op het gebied van bijen en bijenkorven. Raaijen: ,,Die collega had een paar boekjes voor me die ik bestudeerd heb en later kreeg ik een volk van hem om mee te beginnen.’’ Waarom Raaijen zo gefascineerd is door bijen verwoordt hij als volgt: ,,Bijen houden geeft rust. Ik ga zitten kijken en zie mijn volk volkomen in harmonie met elkaar heen en weer dansen en vliegen. En dan het dansen van de bijen. Ze maken een rondedans of een achtdans, deze is gericht op de stand van de zon. Met een bepaalde wiebeling geven ze de richting en afstand aan elkaar door waar de honing is te vinden. De afstand die een bij vliegt is maximaal drie kilometer van de kast af, maar als er een begeleidende strook is, vliegen ze soms wel vijf kilometer. Het is bij bijen één voor allen en allen voor één, de koningin. Iedereen binnen de kast heeft zijn eigen taak. Het volk leeft maar zes weken, dan komt er een volledig nieuw volk. De koningin daarentegen wordt ongeveer vier jaar. De bijen werken zich letterlijk dood om de koningin in leven te houden. Ze voeren, strelen en poetsen haar zodat ze haar taak zo goed mogelijk kan doen: 1500 tot 2000 eitjes per dag leggen. Ik geef vaak lezingen en dan vertel ik mijn toehoorders dat als ze ruzie met hun partner hebben, ze naar hun bijen moeten gaan, dan zijn ze binnen twee minuten de ruzie vergeten.’’

Toch heeft het weinig gescheeld of het was slecht met Raaijen afgelopen. ,,Op zeker moment, ik vond het zo interessant allemaal, had ik rond de 70 volken in onze tuin. In de vier weken bouwvakvakantie die ik toen had, heb ik drie weken in de slingerschuur gestaan om de lindehoning te slingeren, het was een goed jaar. Mijn vrouw was toen zo boos op me dat ze dreigde mij te halveren als ik de hoeveelheid bijenvolken niet zou halveren,’’ lacht hij. Op dit moment heeft Raaijen één kast thuis staan en vijf kasten in de polder in de buurt van fruitbomen. Behalve de honing die hij wint, is er nog een bijproduct waar hij gretig gebruik van maakt: propolis. Raaijen: ,,Bijen houden niet van tocht en maken alle kieren dicht met propolis. De propolis wordt uit de helmknoppen van diverse planten en bomen gewonnen. Ik schraap de overtollige propolis weg en na allerlei bewerkingen neem ik het in, het is ontstekingsremmend.’’

In de begintijd van de imkerij moest Raaijen uiteraard de benodigde materialen aanschaffen. Raaijen: ,,Ik had een schepkorf nodig, maar die kostte in die tijd 35 gulden, dat was een vermogen, dus ik dacht ‘die maak ik zelf’. De korf die ik toen maakte, was van smildegras, het was mijn eerste en de allermooiste korf ooit.’’ Toen Raaijen eenmaal de smaak van het maken van korven te pakken had, maakte hij de ene na de andere korf. Zij schuur staat vol met bossen stro, korven in soorten en maten, lectuurmanden, lampenkappen en allerhande materiaal wat komt kijken bij dit ambacht. ,,Ik vind het een bijzonder ambacht. Ik werk ongeveer vijftien uur aan een korf, maar het is puur voor de hobby en om het ambacht te laten zien. Ik draag mijn kennis graag uit. Dat doe ik op de bijenmarkt in Uddel, die is altijd op de tweede zaterdag in juli en op de eerste woensdag in augustus zit ik op de bijenmarkt in Epe. En dan hebben we natuurlijk de pompoenenmarkt bij Molen de Duif in Nunspeet, de eerste zaterdag in september, gevolgd door de Boerenlanddag op de eerste zaterdag in oktober. Daarnaast geef ik lezingen over bijen.’’ De belangstelling voor het leren van het ambacht bijenkorven maken is ongekend hoog volgens Raaijen. ,,Ik geef les in korfvlechten in Meerveld en in Epe. Daarnaast ben ik vaak ‘bijenvader’, zeg maar coach voor mensen die met vragen over de bijenhouderij zitten.’’ 

Eén van de pronkstukken die bij Raaijen in huis staat is de figuur Ambrosius, uitgevoerd met de techniek van het korven vlechten. ,,Sint Ambrosius is de beschermheilige van de imkers. De legende vertelt dat hij in Italië leefde en dat er een zwerm bijen op zijn hoed landde. Omdat hij vertrouwde op Onze Lieve Heer werd hij niet gestoken,’’ weet Raaijen. Als je 50 jaar imker bent, is er misschien wel het één en ander veranderd. Hoe kijkt Raaijen daar tegen aan? ,,Wat mij tegenwoordig het meeste opvalt is de hardheid van de imkerij in de handel. Gelukkig zijn de imkers onder elkaar in de gewone omgang gemoedelijker geworden en dat is wel prettig. Daarnaast heeft de kunststof zijn intrede gedaan met als groot voordeel dat de kasten een stuk lichter zijn.’’ Dat het slecht gaat met de bijenstand is volgens Raaijen onder meer te wijten aan de verminderde biodiversiteit van het landschap. Raaijen: ,,Als ik langs de weilanden fiets zie ik een groen biljartlaken. Wat is er met de bloemen gebeurd? Laat ze terugkomen, dat is ook nog eens gezonder voor de koeien.’’ Voor inlichtingen en bijenzwermen kan men altijd Wim Raaijen bellen maar ook voor het zelf vlechten of kopen van korven telefoon 0341254122 of 0625167129. Mocht dat niet lukken kan men altijd terecht bij de Nunspeter Bijen Vereniging. http://www.nunspeter-bijenvereniging.nl.

Door Ank Herstel. Foto’s Maarten van de Biezen.