Onrustige jaarwisseling

0
1942
“Schoon het jaar beginnen”. Dat was het motto waarmede Nunspeetse Brandweer dinsdagmiddag de straten heeft proberen schoon te spuiten. Een dikke laag vieze rommel van autobanden was achtergebleven nadat de jeugd haar werk gedaan had.

NUNSPEET – Een gesprongen winkelruit, afgebrande verf, zwart geblakerde straten en een onvoorstelbare vieze boel in de winkels. Dat waren de resoluten van de jaarwisseling 1967/1968 hier in Nunspeet.

We zijn dit jaar wat ‘vuriger’ over de drempel gegaan dan andere jaren. Merkwaardig genoeg concentreerde de hevigheid van de baldadigheid niet rond de klok van twaalf uur maar begon het reeds veel eerder in de avond. Aanvankelijk liet de politie de jeugd haar gang gaan. Een enkel brandje hield men nog wel in de gaten maar men greep nog niet in.

Toen men bij fotograaf Peperkamp op de ruiten begon te smijten met vuurwerk werd de toestand ernstiger. De heer Peperkamp sloot de luiken maar deze werden door de jongelui weggehaald. Later ontstond een enorme brand op de hoek Marktstraat/Dorpsstraat. Men had talrijke autobranden in de brand gestoken. De brandweer had het vuur vrij snel onder de knie maar toch was er nogal wat schade aangericht aan het winkelpand van de heer Bonestroo.

Ook voor de woning van burgemeester H.J. Langman werd een flink vuur gestookt. Dankzij het feit dat de politie hier meteen ter plaatse was en de al brandende autobanden snel uiteen kon rukken kon hier erger worden voorkomen. De politie ging toen de zaak wat steviger aanpakken. Enkele van de onruststokers werden meegenomen naar het bureau.

Kort na de jaarwisseling spraken wij met de groepscommandant van de Rijkspolitie adjudantNorthausen op het politiebureau aan de F.A. Molijnlaan. Hij sprak van een steeds ernstiger wordende situatie. In een andere kamer werden jongelui aan de tand gevoeld, buiten knalde nog wat vuurwerk en de politie reed af en aan. “We doen wat we kunnen”, zei adjudant Northausen. “Maar is het niet vreselijk dat we hier te maken hebben met jongelui, MEISJES en jongens voor het merendeel onder de 18 jaar. Zien de ouders geen kans meer deze jongelui binnen te houden”? Verder vragen we ons af ; hoe komen de jongelui aan zoveel banden? Die moeten toch ergens makkelijk te krijgen zijn?

Nunspeet, januari 1968