Kunstenaarsdorp: Franciscus Johannes Huysmans

0
1748
Op de foto staan Dio Huysmans, acteur, rechts zittend met de hand in de broekzak Frans Huysmans, kunstschilder uit de Bergense school, naast Dio, handen over elkaar; Willem Huysmans, acteur, linksboven. Centraal de ouders van Dio, Frans en Willem. Verder de andere kinderen van het gezin.

Met enige trots wordt regelmatig de opmerking gemaakt dat Nunspeet een echt Kunstenaarsdorp is. Ook niet zo verwonderlijk met de aanwezigheid van één van de drie Nederlandse Academies voor Beeldende Kunsten en natuurlijk het Noord-Veluws Museum met een collectie schilderijen en tekeningen van kunstenaars/schilders die tussen 1890 en 1950 werkzaam waren op de noordelijke Veluwe. Maar de betiteling heeft vooral te maken met de vele kunstenaars/schilders die in de loop der tijd in of in de omgeving van Nunspeet hebben gewerkt. Veel straten in het dorp zijn naar hen genoemd. 

In de aflevering: Franciscus Johannes Huysmans (1885-1954)

,,Zijn karakter, voor zover het mij voorkwam, was dat van een minzaam heerser, die graag alle situaties onder controle had en niet hield van een tweede plaats. Nunspeet had in die tijd grotendeels boeren en middenstanders en was klein en gezellig. Frans werd door hen gezien als een excentrieke man, evenals de overige kunstenaars uit het dorp, die ,anders’ waren dan de mensen die werkten en hun brood verdienden. Frans genoot van de situatie en speelde de rol graag. Toneelspelen was hem niet vreemd, daar hij twee broers had die toneelspeler waren en zelf was hij een markante figuur in de stukken van Albert van Dalsum”. Zie hier een citaat van zoon Lukas Huysmans, die in Queensland (Australië) woont.

Charmeur

En zijn dochter Eva schrijft: ‘Hij was een man met grote eruditie, heeft veel vrienden door het hele land, hij is een grand-seigneur, een charmeur met veel fantasie en veel gevoel voor humor. Hij droeg plusfours en rookte altijd pijp’.

Frans Huysmans is op 9 september 1885 in Utrecht geboren. Hij is de jongste van elf kinderen. Waar in het geboorteregister de naam Huismans zonder y staat vermeld blijken enkele kinderen het mooier te vinden de naam deftiger te schrijven.

Vader was machinist bij de spoorwegen en begon later (nadat hij was ontslagen tijdens de spoorwegstaking van 1903) een café in de zadelstraat in Utrecht.

Over de jeugd van Frans Huysmans is nagenoeg niets terug te vinden. Wel is bekend dat hij studeert aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam en aan de Koninklijke Academie in Antwerpen. Hij heeft in meerdere plaatsen gewoond en gewerkt. Ook is bekend dat hij leerling is geweest op het atelier voor Kerkelijke Kunst in Utrecht, geleid door Simon Mengelberg, de vader van de beroemd geworden dirigent Willem Mengelberg. Ook speelde hij uitstekend dwarsfluit en hij had een goede stem, waardoor hij zelfs eens de evangelisten partij heeft gezongen in de Matttheüs Passion.

Frans Huysmans is vier keer getrouwd geweest. In 1913 trouwt hij met Kea Kievit. Na zestien jaar vertrekt hij met stille trom naar Amerika om daar portretten te gaan maken en laat zijn vrouw en zoon Maarten achter. Alleen Maarten weet van vaders voornemen, hij heeft hem allang stiekem zijn koffers zien pakken!

Na zijn terugkeer is het huwelijk zo ontwricht dat in 1931 een scheiding volgt. In 1932 trouwt hij opnieuw, nu met de jonge tekenares Rie Kooyman. Uit dit huwelijk worden dochter Eva en zoon Lukas geboren.

Naar Nunspeet

In 1936 vertrekt het gezin naar Nunspeet. Na een korte tijd gewoond te hebben in ‘t Soerel, in een huis van de koninklijke domeinen, vestigt de kunstschilder Frans Huysmans zich op 14 januari 1936 met zijn tweede vrouw Rie en hun kinderen Eva en Lukas aan het Kunstschilderslaantje 13 (nu Arthur Briëtstraat). Met zijn vestiging krijgt de uitgedunde en vergrijzende ,kunstenaarskolonie’ er een ,goudfazant’ bij.

Voor zijn komst naar Nunspeet woont en werkt Huysmans in Schoorl, Bergen en Egmond aan de Hoef. Voor de Nunspeetse schilders draagt hij de ,nestgeur’ van De Bergensche School.  Hoewel hij daar een ‘kleine meester’ is gebleven onderhield hij veel contacten met de ‘grote meesters’.

Frans Huysmans was een charmeur. Als hij naar het dorp gaat met golfbroek, dikke kousen en een witte pet op, zeggen de Nunspeters: ,,Frans gaat op vrijersvoeten, diensmeisjes pas op!”. In een brief schrijft dochter Eva: ,,Mijn vader was een heel charmante man. Hij fascineerde vrouwen, maar tegen wil en dank. Hij wilde het eigenlijk niet, geloof ik. Wat ik mezelf herinner is eerder een strenge meneer. Er was een grote afstand. Wel vertelde hij ons leuke verhalen”.

Frans Huysmans was een veelzijdig begaafd kunstenaar; ook maakte hij muurschilderingen en glas in lood ramen voor kerken.

Sterk en kleurrijk

Hij wrijft nog zijn eigen verven, zijn werk is sterk en kleurrijk. Binnen de kortst mogelijke tijd raakt hij bevriend met Jos Lussenburg, Ben Viegers, Jaap Hiddink, Hendrik Verburg, Jan van Vuuren en Chris ten Bruggen Kate.

Frans Huysmans is geen celibatair. Op 8 januari 1943 trouwt hij voor de derde keer, nu met IJbertje de Nes. Frans en IJbertje gaan samen de moeilijke oorlogstijd in, maar na drie jaar loop ook dit huwelijk stuk. Tenslotte trouwt de inmiddels 61-jarige Huysmans met de dertig jaar jongere Maria van Tellingen. Zoon Lukas noemt haar ,,een vrolijke warme vrouw”.

Lukas schrijft over het werk van zijn vader: ,,Zijn creatieve periode in de oorlog was hevig. Als hij ,de geest kreeg’ schilderde hij non-stop en was onaanspreekbaar voor iedereen”.

Binnen de kring van de Nunspeetse kunstenaars werkte Huysmans’ Bergense nestgeur imponerend evenals de bezoeken van Bergense schilders als Filarski en Colnot. Huysmans werk wordt geaccepteerd en hangt op exposities tussen het werk van de andere Nunspeetse schilders.

Slopende ziekte

Dochter Eva: ,,In Nunspeet was vader’s grootste bloeitijd al gepasseerd, dat is misschien ook gekomen door zijn slopende ziekte: loodvergiftiging, ontstaan door gebruik van loodwit bij het maken van olieverf. Door dit gif heeft hij in Nunspeet zijn nagels, tanden en haar verloren. Dat kwam later wel weer terug, maar het had ook zijn gewrichten aangetast. Hij eindige in een rolstoel, een soort elektrisch voortbeweegbare stoel, waarin hij als een vorst met hoed en wandelstok door Nunspeet reed. Na de oorlog zag ik mijn vader nog sporadisch. Toen hij op 25 juni 1954 stierf in het Sophia ziekenhuis in Zwolle was ik bij hem. Hij zei: ’’Hoor je die prachtige muziek” en toen ging hij dood….”

AG