Kunstenaarsdorp: Ephraïma Henriëtte Johanna van Eysinga

0
1914
Marie Mouw. Rood krijt, 29 x 37 cm. Collectie Noord-Veluws Museum.

Met enige trots wordt regelmatig de opmerking gemaakt dat Nunspeet een echt Kunstenaarsdorp is. Ook niet zo verwonderlijk met de aanwezigheid van één van de drie Nederlandse Academies voor Beeldende Kunsten en natuurlijk het Noord-Veluws Museum met een collectie schilderijen en tekeningen van kunstenaars/schilders die tussen 1890 en 1950 werkzaam waren op de noordelijke Veluwe. Maar de betiteling heeft vooral te maken met de vele kunstenaars/schilders die in de loop der tijd in of in de omgeving van Nunspeet hebben gewerkt. Veel straten in het dorp zijn naar hen genoemd. De komende weken zullen we in de geschiedenis duiken. 

In de elfde aflevering: Ephraïma Henriëtte Johanna van Eysinga (1881-1958)

In de beschrijving van de vorige editie over Blanche Douglas Hamilton komt al meermalen de naam van ,freule’ Irma Eysinga voor als vriendin. Beide dames hebben het gepresteerd om dertig tot veertig jaar In Elspeet te verblijven en zich daar onder meer aan de schilderkunst te wijden. Hoewel beide kunstenaressen geen grote bekendheid kregen in de kunstwereld c.q. kunsthandel is hun leven en schilderkunst voldoende interessant om te belichten, mede in verband met de vele contacten onder de Elspeetse bevolking.

Nu dus Jonkvrouw Irma of Johanna (zoals zij zich ook wel noemde) van Eysinga. En nu een aantal jaar terug een neef jonkheer C. van Eysinga en een dochter een schilderij van haar hand aanboden aan de  ,Historische Werkgroep Elspete’ , is deze kunstenares weer actueel.

Ephraïma Henriëte Johanna van Eysinga werd geboren op 12 februari 1881 in Noordwijkerhout. Haar vader is daar burgemeester. Als peuter verblijft zij met haar ouders enige tijd in Duitsland. Zij wordt daar ernstig ziek, herstelt, maar blijkt dan volledig doof te zijn.

Vanwege deze zware handicap zal vanaf haar vierde jaar haar opvoeding en latere opleiding tot kunstenares uitsluitend geschieden door privéleraren. Tot haar tiende krijgt zij les in Berlijn, Dresden en ‘s Gravenhage. Daarna ontvangt ze een aantal jaren lessen in Bourg la Reine. Van haar veertiende tot haar achttiende ontvangt ze tekenlessen van Th.van Hoytema.

Schapen schilderen

In 1909 woont Irma van Eysinga een jaar op Texel om er schapen te schilderen. Ze heeft ooit gezegd: ,,Schapen schilderen is mijn vak”.

Van 1910 tot 1912 schildert zij onder leiding van Mr.R.S.Bakels en krijgt zij adviezen van een aantal andere schilders. In deze periode maakt zij reizen naar Italië, Frankrijk, Denemarken en Zweden. Ondanks haar handicap heeft zij zich door privéleraren, haar aangeboren intelligentie en haar enorm doorzettingsvermogen ontwikkeld tot een kunstenares die kan tekenen, schilderen, Aquarelleren en lithograferen. Verder maakt ze als kunstnijveraarster vooral naaldwerk.

Naar Elspeet

In 1915 vestigt zij zich, vergezeld van haar moeder, in Elspeet,  aan de Krommeweg, later in de villa Sterrenhoveken, omringt door heide en graanvelden. Ze worden echter niet ingeschreven in het bevolkingsregister van Nunspeet, waaruit blijkt dat zij mogelijk alleen de zomers in Elspeet doorbrengen. Al spoedig ontstaat een innige vriendschap met de ,juffer’ Miss Blanche Douglas Hamilton. Bij die vriendschap worden ook haar gezelschapsdame Liesbet Verweij en haar hulp en hartsvriendin Marie Mouw betrokken. ,Sterrenhoveken’ blijft voor de ,freule’ haar vaste onderkomen tot aan haar dood in 1958.

Herder Mouw met schapen, 1929. Olieverf op doek. Collectie Noord-Veluws Museum.

Zeven talen

Elspeet heeft waarschijnlijk nooit een inwoner gehad, die de ,freule’ in ontwikkeling evenaart. Ze ,spreekt’ zeven talen: Nederlands, Frans, Duits, Engels, Zweeds, Hongaars en Italiaans. Het ,spreken’ betekent dat zij zich schriftelijk kan uitdrukken in al deze talen. Haar klankentaal is alleen voor goede vrienden verstaanbaar.

Desondanks wordt zij lid van de kunstenaarsvereniging ,Pulchri Studio’ in Den Haag. Zij houdt exposities, waarbij meerdere werken naar het buitenland worden verkocht.

Ze doet mee aan de tentoonstelling ,Onze Kunst van heden’ in het Rijksmuseum in Amsterdam in de winter van 1939-1940. Het Centraal Museum in Utrecht heeft werk van haar in bezit.

In de omgeving van Elspeet schildert zij vooral houtskoolbranderijen, herders met schapen en portretten van vrienden en bekenden. Het zijn  stukken die ongetwijfeld voor de huidige bezitters een grote gevoelswaarde hebben.

In de beschrijvingen van de ,freule’ wordt uitgebreid ingegaan op de rol van Liesbet Verwey en ook Willem Mouw komt uitgebreid aan bod.

Dame van gezelschap

Hoe Liesbet Verwey met jonkvrouw Van Eysinga in contact is gekomen is niet te achterhalen. Verondersteld wordt dat de kennis van de Zweedse taal een rol heeft gespeeld bij het aanvaarden van de betrekking van ,dame van gezelschap’. Liesbet is door haar studie en ervaring geen ondergeschikte van de freule, maar men gaat op basis van gelijkheid met elkaar om en zijn bevriend.

Liesbet Verwey van haar kant voelt zich bij de Van Eysinga’s kennelijk thuis. Ze kan aardig tegemoet komen aan haar ambitie tot reizen en mogelijk heeft zij in deze betrekking het talent, waar ze volgens haar vader over beschikt, (,,niet alleen meevoelen, maar tegelijk mee te doen, en dan nog wat geest over te houden”) in praktijk kunnen brengen.

Blind schaap, Elspeet 1899. Houtskool op papier, 19,5 x 30 cm. Collectie Noord-Veluws Museum.

Nobelprijs

In 1925 logeren beide dames bij de toen al wereldberoemde Selma Lagerlöf op het landgoed Marbacka in Dalarne. Zij kreeg onder meer bekendheid met het schrijven van meerdere boeken, waaronder ,Nils Holgerssons wonderbare reis’. In 1919 krijgt zij de Nobelprijs voor Letterkunde.

Freule Van Eysinga maakt tot grote tevredenheid van de Zweedse schrijfster alle illustraties voor een heruitgave van ,Nils Holgerssons wonderbare reis’.

Legendarisch

In 1928 komt Selma Lagerlöf naar Elspeet om haar vriendin te bezoeken. Ze wil Nederland leren kennen, de prachtige woonplaats van ,de freule’ ontdekken, maar vooral ook kennis te maken met de bijna legendarische schaapherder Willem Mouw, waarmee de ,freule’ intensief contact had.

Willem Mouw is beslist de meest gefotografeerde en geschilderde schaapherder van Nederland. Foto’s van Willem met zijn schapen en zijn honden zijn over de hele wereld bekend.

Willem Mouw is een diepgelovig mens en uit enkele bewaard gebleven brieven komt zijn liefde voor de samenleving sterk naar voren. Hij mist zijn lieve zus Marie als die logeert bij de Van Eysinga’s in Den Haag en hij mist de ,juffer’ (Blanche Douglas Hamilton) als die in Engeland verblijft.

Prinses Wilhelmina

Straatje in Elburg, 1935. Olieverf op doek, 72 x 53 cm. Collectie Noord-Veluws Museum.

Willem Mouw had er geen moeite mee in contact te zijn met de ,hogere kringen’. Zelfs verbleef hij meermalen op de hei in gezelschap van Prinses Wilhelmina wanneer die in Elspeet kwam schilderen.

De zondag was voor hem heilig. Een artikel van Fred Lammers van 10 december 1990: ,,Prinses Wilhelmina zocht Willem Mouw regelmatig op. Mouw liet zich daar nooit over uit. Wel heeft hij haar eens gevraagd, toen ze op zondag kwam schilderen, of ze de andere dagen van de week geen tijd had voor die liefhebberij. Wilhelmina accepteerde dat van hem”.

Ook Selma Lagerlöf is op deze wijze vermaand door Willem Mouw, toen ze op een zondag met haar schetsboek naar de hei kwam.

Dat Freule Van Eysinga ook maatschappelijk betrokken was blijkt uit brieven waarin zij bezwaren uit tegen verdere ontginning van heidegronden in de richting van de Stakenberg ter voorziening van de werkeloosheid.

Sterfbed

Irma van Eysinga overlijdt op 28 juni 1958. Ds. Van de Ent Braat zit aan haar sterfbed. De rouwdienst heeft plaats in ,,Sterrenhoveken in Elspeet. Zij wordt bijgezet in Den Haag op ,Oude Eik en Duinen’. Haar neef Ds. Jhr.C.van Eysinga uit Oppenhuizen (Friesland) leidt de dienst in de Aula. Willem Mouw is aanwezig op de begrafenis. Ook woont hij in 1962 in zijn zwart Veluws lakense pak met hoge zijden pet de bijzetting van Prinses Wilhelmina in de Nieuwe Kerk te Delft bij.

Teylers museum in Haarlem ontvangt bij legaat van Jonkvrouw E.H.J. Van Eysinga 239 tekeningen van Blanche Douglas Hamilton en een geschilderd portret van de hand van Jonkvrouw Van Eysinga. Vóór haar sterven heeft de ,freule’ een aantal geschilderde portretten aan vrienden en kennissen geschonken, die in Elspeet en omgeving nog terug te vinden zijn.

AG