Kunstenaarsdorp: Anton Mauve

0
2772

Met enige trots wordt regelmatig de opmerking gemaakt dat Nunspeet een echt Kunstenaarsdorp is. Ook niet zo verwonderlijk met de aanwezigheid van één van de drie Nederlandse Academies voor Beeldende Kunsten en natuurlijk het Noord-Veluws Museum met een collectie schilderijen en tekeningen van kunstenaars/schilders die tussen 1890 en 1950 werkzaam waren op de noordelijke Veluwe. Maar de betiteling heeft vooral te maken met de vele kunstenaars/schilders die in de loop der tijd in of in de omgeving van Nunspeet hebben gewerkt. Veel straten in het dorp zijn naar hen genoemd. De komende weken zullen we in de geschiedenis duiken. 

In de veertiende aflevering: Anton Mauve (1838-1888)

Opnieuw een schilder wiens naam in Nunspeet is geëerd met het vernoemen van een straat: Mauvekant. Opvallend is dat Anton Mauve wel op de Veluwe heeft geschilderd maar zich echter nooit in Nunspeet of omgeving heeft gevestigd.

Anton Mauve werd in 1838 geboren in Zaandam als vijfde kind van Ds. W.C.Mauve, doopsgezind predikant en E.M. Mauve-Hitschig. Opvallend eigenlijk dat veel van de vroegere kunstschilders uit predikantsgezinnen komen.

Vlak na de geboorte verhuist de familie Mauve naar Haarlem. In deze stad groeit Anton Mauve op. Zijn studie voor de akte tekenonderwijs mislukt en ook een kantoorbaan geeft hij op. Een latere leraar, dierenschilder P.F. Van Os, zal ook aangeven dat Anton niet zo’n gemakkelijke jongen is en moeilijk iets kan afmaken.

Wrijving

Als 16-jarige leerling botst hij nogal eens met Van Os. Waar Van Os vindt dat een schilderij volmaakt voltooid en doorwerkt moet zijn om aanspraak te mogen maken op de benaming ,,kunstwerk”, gaat Anton Mauve er van uit, dat een werk waarin het essentiële ligt uitgedrukt, niet verder gedetailleerd behoeft te worden. En dat geeft nogal eens wrijving met zijn leermeester.

Het zijn voor Anton Mauve dan ook niet de gelukkigste jaren, hoewel hij wel een stuk ,handwerk’ onder de knie krijgt. Gelukkig krijgt hij ook nog onofficieel lessen van de paardenschilder Wouter Verschuur, die naast zijn ouderlijk huis woont en met wie hij wel goed kan opschieten. Men kan wel aannemen dat door de lessen van Van Os en Verschuur koeien en paarden aantrekkelijke onderwerpen voor zijn schilderstukken worden.

Schapen

Later zal het schaap voor hem belangrijk worden. H.P. Baard zal later in zijn boek over Mauve schrijven: ,,Het is bovenal het paard, dat hij zóo gevoelig in zijn wezen wist te treffen dat zijn naam als ,paardenschilder’’ veel meer gerechtvaardigd zou zijn geweest dan die van ,schapenschilder’. 

Hoewel dus veel schilderijen van Anton Mauve afbeeldingen van schapen tonen, houdt Anton Mauve eigenlijk niet van het individuele schaap, maar meer van een golvende lichtvangende kudde. Anton Mauve wordt wel gezien als een van de beste schilder van ,de Haagse School’.

Natuur

Omstreeks 1858 trekt Anton Mauve met de tien jaar oudere P.J.C. Gabriël naar Oosterbeek om daar de natuur te schilderen. Zij ontdekken in Wolfheze een soort schilderskolonie rondom ,de oude Bilders’ (J.W.Bilders 1811-1890).

Omdat Mauve wel zo’n tien jaar regelmatig in deze omgeving verblijft, afgewisseld met verblijven in Amsterdam, Haarlem en Den Haag/Scheveningen, leert hij de vroegste Veluwse schildersbent goed kennen. Deze groep schilders beschouwt men wel als voorloper van de Haagse School. Ze werken realistisch, in de natuur, maar met nog een romantische inslag.

Wat later neemt Anton Mauve langzaam afscheid van de Oosterbeekse natuurromantiek. Hij wil puur natuur. Hij zoekt buiten zijn indrukken en hij maakt evenals zijn collega’s buiten zijn schetsen in potlood, krijt of waterverf. De schilderijen ontstaan later in zijn atelier.

In Den Haag en Scheveningen vindt Mauve in die tijd eigenlijk een heel groot dorp, omgeven door velerlei natuurschoon: duinlandschappen met grazende schapen, bosrijke kuststreken, vlakke polders, strand, zee, vissers en vissersschepen. En, de reeds genoemde paardensport van het societyleven. Het zijn allemaal onderwerpen van zijn schilderijen.

Melancholisch mens

Mauve onderscheidt zich van zijn collega’s door zijn sobere enscenering, zijn stemmige toon en zijn strengheid ten opzichte van de compositie. Zijn onderwerpen zijn niet somber, maar hebben een enigszins weemoedige inslag. Mauve’s natuur is stil en vol belofte! Mauve is eigenlijk een melancholisch mens. Hij heeft aanvallen van zwaarmoedigheid, veroorzaakt door zijn  geestelijke structuur, maar ook door de moeilijkheden waarmee de kunstenaar Mauve te kampen heeft. Hij tobt over zijn werk, buiten lijkt alles zo helder, maar op het atelier twijfelt hij en is hij diep neerslachtig.

De latere ,Mauvisten’ zullen daar geen weet van hebben gehad. Die hebben alleen maar aandacht gehad voor Mauve’s ,zilveren’ schapenstukken, die zo schijnbaar moeiteloos na te maken lijken.

In 1873 moet Anton Mauve, hij is dan 35 jaar, wegens een ernstige psychische depressie een rustkuur ondergaan in Godesberg aan de Rijn. Na hersteld te zijn trouwt hij in 1874 met Ariëtte Sophia Jeanette Carbentus. Het echtpaar gaat dan definitief in Den Haag wonen. Ze krijgen vier kinderen, waarvan twee zoons ook gaan schilderen maar nooit het niveau van hun vader zullen halen.

In Den Haag krijgt hij omgang met ondermeer schilders als Jacob Maris, Jozef Israëls en Mesdag. Ook is Vincent van Gogh enkele weken zijn leerling.

Protest

In 1876 richt hij met W.Maris en H.W.Mesdag, de Hollandsche Teekenmaatschappij’ op. Deze oprichting is een officieel protest van een groep Haagse schilders tegen de jaarlijkse jurering van hun werk. Deze opstand wordt wordt wel gezien als het begin van ,de Haagse School’.  Tegelijkertijd wordt het aquarel, dat tot de tekeningen wordt gerekend, verheven tot een zelfstandig kunstwerk, dat geëxposeerd en gejureerd kan worden.

Na meerdere keren enige tijd in Laren te hebben doorgebracht: ,,’t Is aandoenlijk mooi hier, zoo een fijnheid van lijnen, zoals nergens. Een lieflijke poëzie straalt uit alles, binnenhuizen, wegen, akkers, boschjes en prachtige heide”, vestigt hij zich in 1885 definitief in Laren naast de schilder Neuhuys.

Mauve vindt in zijn nieuwe omgeving een volstrekte eenzaamheid. Van nature zwaarmoedig ontstaat er in de eenzaamheid een evenwicht tussen zijn melancholie en de stilte van de natuur. Deze stilte om het onderwerp vindt men haast tastbaar terug in het onderwerp. 

Heideschaap

Hij krijgt in dit nieuwe land een geweldige keuze aan onderwerpen voor zijn schilderijen en aquarellen; de werkzaamheden van de boeren op en om de boerderij, het landwerk, de moes- en bloementuinen, de stallen, de zandige wegen met karrensporen, het interieur, maar bovenal het bedrijf om het heideschaap. De heide met schapen wordt dé ontdekking van Mauve.

H.P. Baard omschrijft het in zijn boek ,Anton Mauve’ (1947) zo: ,,Vroeger hadden die grijze vachten waarin het licht zich zoo nestelt, hem reeds bekoord”. Mauve heeft met zijn landschappen met schapen veel succes op tentoonstellingen en de kunsthandel werpt zich erop.

De laatste jaren zijn voor Mauve gouden jaren wat zijn werk betreft. Dit lijdt tot en enorme productie. Intussen komen nu ook schilders van veel mindere kwaliteit aan bod met hun ,schapenschilderijen’. Het ,,Mauvisme’ is geboren, maar geen van de schilders is ook maar enigszins in staat Mauve te evenaren. Er verschijnt een stroom van reproducties, bedoeld voor de kleine man, die tot begin 20e eeuw veel huiskamers hebben ,gesierd’.

Na de dood van Anton Mauve (1888) ontbreekt echter iedere impuls en blijft de productie steken in het maken van zoete ‘schapenplaatjes’.

AG