Het haantje kraait van de toren over: Huishouden

0
2333

Wonen is een wonderlijk werkwoord’, zo schrijft de dichter Ingmar Heytze in zijn gedicht ‘Over Wonen’, dat ik vanaf mijn uitzichtpunt nog net kan ontwaren aan de Stationslaan.
‘Huishouden’ is in onze gemeente eveneens een niet onbelangrijk werkwoord.
Op veilige afstand boven het aards gewoel overzie ik hoe er in Nunspeet wordt huisgehouden.

Financieel gezien ziet het lokale huishoudboekje er aardig uit, althans die geluiden stijgen regelmatig op uit het gemeentehuis. Op mijn bevoorrechte positie ben ik meestal de eerste die deze gerustellende mededeling opvangt. Dagelijks zie ik het gehele ambtenarencorps in- en uitmarcheren. Met geheimzinnige zwarte tassen, weggestoken mappen of blootliggende documenten.
’s Morgens in alle vroegte of ’s avonds laat onder een knipogende maan. Zo krijg ik een idee hoe ons dorpsbestuur functioneert. Hoe dicht dat beeld bij de werkelijkheid komt blijft uiteraard de vraag.

Je kunt het woord ‘huishouden’ in twee delen knippen. Huis en houden.
Over huizen en het behouden daarvan valt hier ter plaatse een merkwaardig beeld te schetsen.
Ik neem de vrijheid om het begrip ‘huis’ wat ruim te nemen. Opstallen van velerlei aard als beste omschrijving.
Je kunt een huis houden, of verkopen, verhuren of verpachten. Zelfs afbreken. Dat laatste is hier al veel te dikwijls gebeurd. De koperen tranen rollen over mijn wangen wanneer ik terugdenk aan Hotel Ittmann, het Ronde Huis, verenigingsgebouw ‘De Wheme’, het bezoekerscentrum aan de Toeristenweg, zoals dit feeërieke en slingerende bosweggetje in de volksmond nog altijd wordt genoemd, de Markthal met brandweerkazerne, slagerij Bos, het winkeltje van Hendrik Hoogers bij het Witte Hekke, de pastorie aan de Stationslaan en het priesterlijke verblijf aan de Eperweg, kindertehuis De Berenbos, hotel De Veluwse Heuvel, de bibliotheek en nog veel meer.

De sloophamer wordt in Nunspeet vlot en zonder mededogen voor het verleden gehanteerd.
Met de karakteristieke gebouwen verdwijnen ook de verhalen, anekdotes en belevenissen.
Het is een gesel voor mijn romantische en nostalgische aard. Elk gesloopt pand staat als een stille striem op mijn toch al smalle ruggetje.
Vooruitgang, hoor ik. Verschraling en gebrek aan zelfbeheersing, denk ik.
Koel klinisch economisch handelen in plaats van ruimte voor wat spatjes warm historisch besef.

Houdbaarheid is in ons dorp op de Veluwse zandgrond een wankel en soms zelfs ijdel begrip.
We worstelen door drijfzand en zijn overgeleverd aan de, bijwijlen selectieve, willekeur van het heersende regiem. Overigens volkomen democratisch tot stand gekomen! Nu is de huidige democratie slechts een tijdelijk toestand die bij een volgende verkiezing een ander gezicht kan krijgen. Zo zijn uiteindelijk de kiezers de gezichtsbepalers. Als we naar ons lokale bestuur staren, kijken we in de spiegel. Dat noopt tot voorzichtig en behoedzaam oordelen.

De dodenlijst wordt verder afgewerkt. De meest voor de handliggende executies zijn aanstaande.
Het schavot wordt al in gereedheid gebracht voor restaurant Joris, uitspanning Het Vosje, het idyllisch gelegen Van Liendenhuis en op landgoed Erica Huize Valentijn.
Met Huis Valentijn is de afbraak al begonnen toen de rafelranden van onze samenleving het pand betrokken. Als door een kwaadaardig gezwel is het interieur al weggevreten en het overblijvende karkas hangt als een rotte kies in een mondvol dennenbomen. Een voorjaarsstorm of een verdwaalde vuurpijl zal waarschijnlijk dit voormalige sieraad wel uit de juwelenkist grissen.

Hoe het met restaurant Joris gaat aflopen is nog geheel ongewis. De gesprekken zijn een tunnel ingedoken waarvan het eind nog niet in zicht is. Een tunnel waardoor voorlopig geen enkel voertuig zal rijden. De boerenschnitzels en de uitsmijtertjes zullen nog wel heel lang geserveerd worden in de schuddende serres naast de langsrazende intercity’s. Als kerkhaan heb ik decennialang naar het oosten gekeken naar de ontwikkeling en realisatie van de rondweg. Steeds heftiger worden de kriebels in mijn verentooi daar een identiek scenario zich rond de spoortunnel uitrolt.
De traagheid, stroperigheid en eigengereidheid van boeren, burgers en zeker ook bestuurders zullen waarschijnlijk de oorzaak zijn dat alle Nunspeetse 65-plussers nooit een stap door de tunnel zullen zetten, tenzij ze allen als 100-jarige door de burgemeester bezocht en gefeliciteerd worden met een dinerbon van restaurant Joris dat dan nog steeds met een sterk verouderde schouder tegen de spoorbaan leunt. Die wetenschap is de laatste strohalm waaraan mijn nostalgisch innerlijk zich vastklemt.

Gelukkig zijn er ook meer panden aan het huiveringwekkende handelen van de beul ontsnapt.
Zo staat het oude Gemeentehuis weer in volle glorie te stralen en is Huize De Klokkenberg, voormalige dependance van hotel Ittmann, een markante en representatieve hoeksteen en vertrouwde wegwijzer naar het Oranjepark gebleven.
Ook de imposante, koloniale villa met sfeervoller erkers aan de Stationslaan houdt de wegstervende allure van ons dorp enigszins overeind. De restauratie en reanimatie van hotel De Roskam biedt ook hoop dat het dorpsgezicht aan mijn pootjes nog intact blijft. De stokkende werkzaamheden zijn hopelijk geen voorbode voor een echec en een langdurig uitzicht op steigers en hekwerken.
De façades van het lokale winkelbestand en warenaanbod veranderen met de seizoenen mee. Het is in een handomdraai uitgevoerd en kennelijk toegestaan.

In dat kader kraai ik:
In Nunspeet is altijd wat te doen, vandaag koop je er een halve kip en morgen, achter hetzelfde winkelraam, een stoere leren schoen!