Het haantje kraait van de toren

3
2255

Het haantje kraait van de toren over:

Mens- en dieronwaardig

Ons dorp, zo zie ik vanuit mijn hoge positie, huist zo heerlijk tussen de lage waterlijn en hoge natuurgronden. Aan de noordkant zijn de golven getemd, terwijl je zuidwaarts nog in gebieden kunt rondzwerven die van voor de schepping zijn. Woest en ledig.
Daar op die bijzondere scheidslijn, waar het woud het water kust, is ooit vanuit een kleine nederzetting ons dorp ontsproten, gerijpt en tot bloei gekomen.
Vele eeuwen geleden streek de mensheid hier neer. De dieren echter waren ons voor, zoals de dieren ons altijd zijn voor gegaan. Of je nu de evolutietheorie aanhangt of de schepping als opmaat voor elk bestaan aanvaardt; het maakt niet uit. De dieren kwamen eerder, al scheelt het in het scheppingsverhaal slechts ongeveer een halve dag. Maar toch…

Wellicht omdat ik als haan onderdeel uitmaak van het rijk der dieren, valt mij op dat het dier de laatste tijd een opvallende plaats opeist in vele dorpsgesprekken en ook het lokale journaille laat zich op diverse (a)sociale media niet onbetuigd. Wat is er aan de hand? Waar komt de commotie rond het animale vandaan of scherper nog; waar marcheert het discours naartoe?

Nog geen maand geleden luisterde ik mee naar het kerstverhaal dat onder mij aan velen werd overgebracht. De stal, de kribbe, het kinderke Jezus, de schapen met herders, de wijzen uit het oosten; alles kwam zoals elk jaar weer voorbij. Uit volle borst klonk het gezang ‘Vrede op aarde’. Een waardevolle traditie en intense geloofsbeleving.

Nu lijkt het erop dat de praktische invulling van al deze mooie gedachten in Elspeet niet goed begrepen is. Bij de herders, of beter gezegd; de herderinnetjes, is het vreedzame ver te zoeken. Er lijkt een aanvaring te zijn ontstaan tussen enerzijds romantiek en nostalgie en anderzijds efficiëntie en economie. Beide kampen mobiliseren sympathisanten die zich stevig via openbare kanalen uitlaten zodat enige vorm van harmonie een utopisch doel is geworden. Van twee zijden wordt er gemekkerd en hoor ik het luide blaten. De schaapjes worden veruit overtroffen. Om nog maar even in de eindejaarssfeer te blijven kun je stellen dat we te maken hebben met knaleffecten, korte lontjes en gillende keukenmeiden.

Op het Hilversumse mediapark zie ik de ‘De Rijdende Rechter’ zich al opmaken om af te reizen naar Elspeetse contreien. Hij weet daar de weg omdat hij al eerder in die plaats heetgebakerde bokken, die met de koppen tegen elkaar stonden, moest scheiden.
Het was geen verheffende vertoning en zeker geen promotie voor onze gemeente.
Het zou in zo’n prachtig Veluws dorp binnen onze gemeente toch anders moeten gaan tussen de bewoners van deze hechte gemeenschap. Of grijpt ook in Elspeet de onthechting de bewoners bij de kladden? Laat de wijzen opstaan en niet afwachtend naar het oosten turen. Afhankelijk van de heersende wind kijk ik maar even de andere kant op.

Nu ik het toch even over de schapen heb valt mijn oog ook op de Waskolk. Het feeërieke vennetje parelt in de ochtendzon. Sinds mensenheugenis sluimert het heerlijk tussen de heidevelden. Vroeger was het een officieus strandbad. Ik zie nog de nu oudere Nunspeters daar spartelen en op het strandje van de zon genieten. Het water stond toen veel hoger en er was een duidelijke afscheiding tussen het diepe en het ondiepe gedeelte. Deze markering is nog steeds zichtbaar als een rijtje rottende kiezen op het drooggevallen deel van de kolk. Schapen worden er niet meer gewassen en het uitbundige zwemvertier is verdwenen.

Wat bleef is de fraaie plas, waarin jaren geleden een nieuwe vloer is gelegd om het water op peil te houden. Een schitterend wandelgebied dat door de jaren heen is getransformeerd naar een losloop- en uitlaatkavel voor vierpotige blaffertjes. De hele kynologische encyclopedie is er terug te vinden. Daar komt nu een eind aan. Staatsbosbeheer gaat honden weren ten gunste van echte natuur. Honden zijn gedomesticeerde, gekunstelde en in de meest bizarre vormen gefokte wolven. Nee, laat dan de pure, ruwe wolf maar terugkeren. Puur natuur. Nou ja, natuur? ‘Wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos ter grootte van een krant’, zo schreef eens een dichter.

Bang worden voor de wolf is een ijdele bezigheid. Een paar verdwaalde Duitse exemplaren jagen mij geen schrik aan, mede gezien mijn standplaats die voor de matig klimmende wolf toch onbereikbaar blijft. Sommigen voorzien al drs. P-achtige rampen, waarbij een wolvenmeute de achtervolging inzet op de winterslee waarin het college van B&W zich over het Eibertjespad richting hotel ‘De Mallejan’ in Vierhouten begeeft. Om de roedel van zich af te houden worden de wethouders één voor één door burgervader Breunis overboord gezet.
Geen idee hoe dat afloopt, doch nieuwe gemeenteraadsverkiezingen komen dan wel heel dichtbij. Er is slechts één wolf waarvoor ik echt huiverig ben en die woont in de mens zelf.
Die lust respect, ruimte en begrip voor andermans visie rauw. Ander dieet misschien?

3 REACTIES

  1. De waskolk. Ooit een wasplaats voor schapen. Daarna werd het een zwemvijver. Mijn vader zwom er in zijn jeugd. Na aanleg van de zandenplas in ongebruik als zwemvijver. Voordat de vijver werd lek gestoten, omdat hij schoongemaakt en uitgediept moest worden, heb ik er nog op geschaatst. Later is daar weer herstel werkzaamheden uitgevoerd, zodat hij wat minder lek is.
    En dan nu. Plotseling is het een natuurplas geworden. Dat omdat hij afgelopen zomer door het warme en droge weer wat lager stond dan enkele zomers daarvoor. Aldus de boswachter. Hij zag met lede ogen aan dat de vogeltjes even hun kans moesten afwachten voordat ze een slokje konden nemen. De waterslang moest ook af en toe even aan de kant. Maar als ik dan bedenk dat ik met mijn viervoeters in de binnenlanden van Spanje regelmatig tussen de waterslangen zwem heb ik nooit het idee dat ze daar onder lijden. Daar zwemmen de slangen en kreeften raaklings langs je heen.
    Echt, daar waar de natuurmaffia nog niet zo heeft huisgehouden, kan je als mens samen met je viervoeter één zijn met de natuur.

Comments are closed.