Van dansende bomen, bacchanalen in een klooster en heksenkringen

0
1984

Bij het horen van de naam Garderen weet iedere Nederlander een verband te leggen met prachtige bossen midden op de Veluwe. Garderen profileert zich als een gastvrij en gezellig dorp. Het aantal hotels en recreatiecentra in het dorp is groot, want iedereen wil met eigen ogen het unieke natuurschoon aanschouwen en beleven. De bijzondere bossen bestaan uit wintereiken, beuken, berken en vele andere soorten bomen. 

Het Speulderbos is een van de mooiste bossen in Nederland. De bomen in dit bos vallen op omdat ze vaak een kromme, kronkelende vorm hebben. Het bos wordt daarom wel het bos van de dansende bomen genoemd. Vroeger werden de rechte bomen gekapt voor de houtproduktie of voor het bouwen van huizen, maar de kromme exemplaren liet men staan, die vond men waardeloos. Het gevolg was dat het  bos zulke mooie vormen kreeg, dat het uniek werd in Nederland. Vooral bij mistig of zonnig weer hebben deze dansende bomen een magisch effect op de natuurbeleving van de vele wandelaars en fotografen. Vooral in de vroege ochtend en net voor de zon ondergaat is  het een prachtig gezicht.  De bossen liggen op een stuwwal, waardoor er voor Nederlandse begrippen grote hoogteverschillen zijn. Het hoogste punt ligt zelfs 55 meter boven de zeespiegel waardoor het wandelen hier een pittige ervaring is. Men vindt er bijzondere paddenstoelen en andere plantensoorten die vaak te midden van heldergroen mos staan.  Wat de bossen ook zo bijzonder maakt  zijn de archeologische vondsten die hier gedaan werden. In de vele grafheuvels werden urnen van aardewerk gevonden die meer dan 4000 jaar oud zijn. Het volk dat de doden in zulke urnen begroef was het Klokbekervolk dat leefde tussen 2500 en 2000 voor Christus. 

Garderen zelf is een kleine plaats. In het dorp wonen zo’n  2100 mensen en het aantal toeristen overstijgt het aantal inwoners regelmatig. Het dorp tracht de vele toeristen, naast het verblijf in de prachtige natuur,  te vermaken met activiteiten en leuke dingen in het dorp. Een van de bekendste trekpleisters is een compleet woonwinkelparadijs waar kooplustige bezoekers uit het hele land aan hun trekken komen. Tientallen themakamers zijn gevuld met honderden artikelen op het gebied van  woon- en tuindecoraties. Bij het winkelgebeuren bevindt zich ook een beeldentuin van 3000m2, waar men tuin- en kamerbeelden kan bekijken en kopen. Op hetzelfde terrein wordt ieder jaar een zandsculptuurfestijn georganiseerd met telkens een ander thema, waar kunstwerken van zand mensen uit het hele land trekken. De lockdown van dit jaar heeft helaas tot veel minder bezoekers geleid maar hopelijk zullen de vele bezoekers snel hun weg weer weten te vinden naar deze bijzondere plek die voor velen het hoogtepunt is van hun bezoek aan Garderen.

Garderen-Dorp en Solse Gat

De omgeving van Garderen is een bron van oude legenden en volksverhalen.

Het bekendste volksverhaal is de legende van het Solse Gat. 

Midden in het bos tussen Garderen en Speuld stond lang geleden een klooster met vele torens en met een gracht rondom. De monniken die er woonden leidden een decadent leven vol weelde en overdaad. Zij dronken wijn met emmers tegelijk en hun dagelijkse maaltijd bestond uit overvloedige gerechten. Er werd gedanst en gezongen tot in de vroege ochtend en men gaf zich over aan ontuchtig vermaak. Met recht kon men zeggen dat de monniken hun ziel aan de duivel hadden verkocht. Op een kerstnacht, eeuwen geleden brak er een hevige storm los en een hevige donderslag deed de omgeving trillen. Het klooster in het bos bleek getroffen door de storm en de bliksem en op de plaats waar het had gestaan was een diepe kuil ontstaan. De aarde had zich geopend en zich weer gesloten. De monniken waren gestraft voor hun zondige leven en werden allemaal door de aarde verzwolgen. Op de plaats van het klooster kon men soms nog de klokken horen luiden en de geesten van de  monniken zien schuifelen terwijl ze klagend droeve liederen zongen rondom de sombere kuil in het bos, die vanaf dat moment Het Solse Gat genoemd werd. Bron: Veluwsche sagen G vande Wall Perne

Het Solse Gat is een grote leemkuil in het Speulder en Sprielderbos. Het is een zogenaamde Pingoruïne, net als het Uddelermeer, een kuil die in de laatste ijstijd is ontstaan door het smelten van de dikke ijslaag die zich daar bevond. In tegenstelling tot het Uddelermeer staat er niet veel water in, maar is het wel een vochtige, moerassige  plek, waar vroeger de schapen konden drinken. De plantengroei maakt het tot een bijzondere plek waar biologen graag onderzoek doen. Staatsbosbeheer onderhoudt de plek regelmatig om verdroging tegen te gaan. 

Een verklaring voor de naam Solse Gat kan afkomstig zijn van de term söll, dat in het Duits doodijsgat betekent. Een doodijsgat ontstond in de laatste ijstijd toen de grote ijsresten smolten door de opwarming van de aarde. 

Een andere verklaring voor de naam is dat eeuwen geleden, in de prehistorie, de Germaanse zonnegodin Sol op deze plek vereerd werd. De Germanen offerden hier fruit en andere gaven ter ere van hun godin. Om die reden is het Solse Gat een belangrijke plek voor mensen die op zoek zijn naar spiritualiteit. Aanhangers van de New Age-beweging en het paganisme waar wicca uit voortkomt voelen hier een bepaalde energie. Zij denken hier zogenaamde leylijnen te vinden. Deze lijnen worden gezien als magnetische energiebanen van de aarde en men gelooft dat deze met een wichelroede aan te tonen zijn. Zij ervaren hier spirituele en esoterische krachten die invloed hebben op de ontwikkeling van de persoonlijke levenskracht, meestal buiten bestaande religies om. Sommige bestaande religieuze organisaties hebben hier grote moeite mee. Vooral in reformatorische kring ziet men in deze moderne spirituele bewegingen een vorm van duivelsverering waar men ver van af moet blijven. Wicca kent echter geen duivel of satan. Meerdere malen hebben dominees in de omgeving vanaf de kansel gewaarschuwd tegen deze moderne bewegingen en gelovigen opgeroepen om via gebedsgroepen en andere acties hiertegen te protesteren. Wicca aanhangers die zogenaamde heksenkringen wilden organiseren bij het Solse Gat werden meermaals tegengehouden. Wicca, die ook wel witte heksen genoemd worden, hebben niets te maken met de zwarte heksen uit onze sprookjes en zijn slechts op zoek naar het goede  in mens en natuur, via spiritualiteit.  Moderne heksen laten zich inspireren door een mix van voorchristelijke bronnen, folklore, natuur en mythologie. Duurzaamheid staat bij hen hoog in het vaandel en de band met Moeder Aarde is groot. De leer is oud en ondogmatisch en vindt z’n roots in het paganisme.  Nederland telt volgens het Leids Instituut voor godsdienstwetenschappen zo’n 1000 wicca aanhangers.

De mystieke en soms raadselachtige omgeving van Garderen, de dansende bomen in de bossen en het Solse Gat doen veel met het gevoel en de beleving van heel veel mensen. Spiritueel of niet.

Door Bert Biesmeijer
Uit de Veluwse Courant van april 2021