Staverden is de kleinste stad van Nederland

2
2698

Staverden  is een stad, echt waar

Al sinds 1298 ligt er een stad, met stadsrechten, in de prachtige bossen tussen Ermelo en Elspeet. Graaf Reinoud 1 van Gelre verleende namelijk in dat jaar stadsrechten aan de nederzetting Staverden met de goedkeuring van de Duitse keizer Rudolf van Habsburg. Graaf Reinoud had grootse plannen met de plek waar slechts een kasteel en een paar boerderijen stonden. Een echte stad is Staverden nooit geworden, integendeel, het is anno 2021 nog steeds een landgoed met een kasteeltje en een aantal boerderijen. Gelukkig maar, want het is wel een van de mooiste plekken op de Veluwe. Het kasteel werd door de graven van Gelre vooral gebruikt als verblijfplaats tijdens de jacht, een tijdverdrijf dat ook heden ten dage nog graag in de agenda wordt opgenomen van de Veluwse elite. Het oorspronkelijke jachtslot van graaf Reinoud is al lang verdwenen en het huidige kasteeltje dat gebouwd is vlak bij de fundamenten van het oorspronkelijke slot is al het 4e op die plek. 

De Witte Pauwenburcht

Leenmannen mochten het landgoed bewonen. Zij hadden van de graaf van Gelre (later mocht deze zich hertog van Gelre noemen) het recht gekregen het gebied voor hem te bewaren en te verdedigen. Zij waren wel verplicht om witte pauwen te houden op de terreinen van het kasteel.  Deze witte pauwen waren het symbool geworden van de graven van Gelre en de staartveren van deze lieflijke vogels sierden het zegel en de helmen van de graaf. De witte pauwenveer was een symbool van bescherming en purificatie en daardoor van de goedheid en macht van de graaf. Het kasteel werd daarom ook wel De Witte Pauwenburcht genoemd. In de loop der eeuwen verdwenen de graven (hertogen) van Gelre van het toneel en met hen verdween ook de traditie van het houden van witte pauwen op Staverden.

Aan het eind van de 19e eeuw herstelde de toenmalige eigenaar van kasteel Staverden, de oud-burgemeester van Rotterdam s’Jacob, deze mooie symbolische traditie. Aan hem is het te danken dat er heden ten dage nog steeds witte pauwen lopen te pronken in het park rond het kasteel. De veren van deze vogels worden nog steeds gebruikt; ze worden nu jaarlijks aangeboden aan de commissaris van de Koning van de provincie Gelderland. Deze draagt echter geen helm, dus ze worden bewaard in de statenzaal van het provinciehuis waar ze om de twee jaar uitgereikt worden aan een persoon of een instelling die zich heeft ingezet voor het natuur- of cultuurbehoud in de provincie Gelderland. Een witte pauwenveer als symbolisch dank- en eerbetoon, naast vaak ook nog een geldprijs voor de uitverkorene.

Het huidige kasteeltje dateert deels uit 1835 en deels uit 1905. In 1835 werd het landgoed gekocht door een zekere Jan Rudolf Kemper, een rijke koopman uit Amsterdam. Hij werd Heer van Staverden genoemd, of korter, Heer Jan. Deze Heer Jan was echter niet vaak op Staverden te vinden, want hij bleef wonen in Amsterdam. Wel liet hij delen van het oude landhuis verbouwen en verfraaien. Zijn bezit werd uitgebreid door de aankoop van grote stukken heideland bij het Uddelermeer die ontgonnen werden tot bouw-en weideland. Ook liet hij een kapel bouwen voor de zondagse erediensten en eventuele diensten bij huwelijken en uitvaarten waar iedereen die bij het landgoed hoorde gebruik van kon maken. De kapel staat er nog steeds en in het interieur ziet men nog een gebrandschilderd raam met het familiewapen van de familie Kemper. In 1878 overleed Jan Rudolf Kemper en de erfgenaam was zijn eenjarig petekind. Toen deze meerderjarig werd verkocht hij het landgoed aan de eerder genoemde burgemeester van Rotterdam, Frederik Bernhard s’ Jacob, die kasteel Staverden in 1905 grondig  liet verbouwen tot het huidige kasteeltje. Het huis kreeg een prachtige lichte uitstraling door 17e eeuwse elementen te combineren met Jugendstilmotieven. 

Het Geldersch Landschap en Kasteelen

De familie s’Jacob bewoonde Staverden tot 1962, waarna de erfgenamen het kasteel en het bijbehorende landgoed verkochten  aan de Stichting Het Geldersch Landschap en Kasteelen.(GLK) Het kasteeltje fungeerde lange tijd als hotel/restaurant annex conferentieoord en in het park konden mensen wandelen en recreëren. In 2007 ging de onderneming failliet en kwam het geheel in particuliere handen. In 2016 kwam het weer in handen van de Stichting Geldersch Landschap en Kasteelen. Deze stichting beschermt al sinds 1929 natuurgebieden, landgoederen en kastelen in de provincie Gelderland en liet  daarom het kasteeltje en de tuinen in oude luister restaureren. Het kasteeltje doet nu o.a. dienst als trouwlocatie. In het voormalige koetshuis is een ambachtelijke bierbrouwerij gevestigd van eigenaar Jacques Brinkman: De Uddelaer. Hier worden heerlijke biertjes gebrouwen die men ter plekke kan proeven en nuttigen in de Brewpub. De voormalige orangerie is nu een brasserie waar men heerlijk kan lunchen en dineren.

In de stad Staverden wonen tegenwoordig ongeveer 30 inwoners, verspreid over een klein aantal boerderijen en woningen op het landgoed. Dit geringe aantal maakt Staverden tot de kleinste stad van Nederland en zelfs van de Benelux. 

.

Staverden zou Staverden niet zijn als er geen fijne Veluwse sage bij hoorde: De sage van Eleonora, de zwarte vrouw van Staverden

Op een gure, stormachtige avond klopte een in het zwart geklede jonge vrouw aan bij de poort van het oude slot van graaf Reinoud. De vrouw was totaal overstuur, maar werd herkend door de echtgenote van de graaf.  De ongelukkige bleek haar petekind te zijn die een veilig heenkomen zocht in het huis van haar peetmoeder. Eleonora was op de vlucht voor haar belager, een zekere Sweder van Wisch. Dit was een roofridder die het recht opeiste om met haar te huwen. Dit recht had hij gekregen van de ouders van Eleonora. Eleonora was echter getrouwd met Heer Herman, haar grote liefde en woonde met hem op de Wildenborch bij Vorden. Sweder nam daar geen genoegen mee en liet Herman vermoorden waarna de wreedaard dacht met Eleonora te kunnen trouwen. Hij eiste haar op. Zo ging dat in die tijd. Eleonora vluchtte echter en vond een veilige schuilplaats in Staverden. Haar verdriet om haar geliefde Herman was echter zo groot dat zij binnen een paar dagen wegkwijnde en stierf. Zij werd begraven onder de oude bomen achter het kasteel, waar haar geest nog steeds klagend en wenend rondzwerft in haar zwarte rouwgewaad. Wandelaars komen haar op donkere avonden nog wel eens tegen en laten haar dan angstig en diep bewogen voorbij gaan.

Door Bert Biesmeijer

2 REACTIES

  1. Mijn opa vertelde dat men vroeger per boot turf bracht bij het kasteeltje.
    Een oom die in die contreien opgroeide, vertelde dat de eigenaar een stuiver betaalde voor elk dood jong konijntje dat men hem aanbood.(de konijnen waren destijds een plaag die alle jonge opslag opvrat)
    Hij inde de konijnenoogst staande op de brug over de Hierdense beek, en schoof de lijkjes met zijn wandelstok in het water waar een nest jonge otters gretig wachtte op hun versnapering.
    Later werd de prijs verlaagd tot 2 konijntjes per stuiver, omdat de aanvoer steeds groter werd.

  2. In “Laws of Human Nature” een interessant boek van “Robert Green” las ik laatst een vergelijkbaar verhaal wat laat zien hoe de mensheid inelkaar steekt:

    Brits koloniaal bestuur, besloten de autoriteiten dat er te veel giftige cobra’s in de straten van Delhi waren, wat het leven van de Britse inwoners en hun families ongemakkelijk maakte. Om dit op te lossen loofden ze een beloning uit voor elke dode cobra die bewoners zouden binnenbrengen. Al snel begonnen de ondernemende lokale bevolking cobra’s te fokken om van de premie te kunnen leven. De regering begreep dit en annuleerde het programma. De fokkers, verontwaardigd over de heersers en boos over hun acties, besloten hun cobra’s terug op straat te zetten, waardoor de populatie van vóór het regeringsprogramma verdrievoudigde.

Comments are closed.