Bij echte Veluwse bakkers kan men uddelermeertjes kopen. Het zijn hoge ronde roomboterkoeken, gevuld met amandelspijs en met een amandel in het midden er bovenop. Voor veel gezinnen op de Veluwe is een uddelermeertje een traktatie die regelmatig het weekend opvrolijkt. Het is een echt streekprodukt dat nergens anders verkrijgbaar is. Bij een echte Veluwse bakker zijn ze te koop, maar bij een bakker in Rotterdam moet je niet proberen uddelermeertjes te halen, want niet begrijpende en meewarige blikken vallen je dan ten deel. Vaak ga je dan naar huis met kano’s of rondo’s, maar die smaken toch niet hetzelfde als die heerlijke uddelermeertjes met die lekkere amandel bovenop. Of is dat Veluws chauvinisme?
Het uddelermeertje dankt zijn naam aan het Uddelermeer dat tussen de dorpen Uddel en Garderen ligt en langs de A302 tussen Harderwijk en Apeldoorn. Het meer is een populair doel voor wandelaars die op een van de zogenaamde klompenpaden over de Veluwe wandelen. Het is een eigenaardig meer dat gelegen is op een van de hoogste en droogste delen van de Veluwe, het ligt zelfs veel hoger dan de grondwaterspiegel die men daar aantreft. Je zou verwachten dat het water meteen wegzakt in de droge zandgronden, maar dat gebeurt dus niet, de onderliggende keileembodem verhindert dat. Het meer is een overblijfsel uit een van de laatste ijstijden, het Saalien. Het is ontstaan uit een zogenaamde pingoruïne, of ingestorte ijskernheuvel. Een pingo was in de ijstijd een heuvel in het landschap met een onderliggende ijslaag. Door het smelten van het ijs ontstond een gat in de bodem van wel 17 meter diep. Tegenwoordig vormt dit de basis voor het meer. Door de eeuwen heen is de bodem bedekt met plantaardige resten waardoor de diepte geslonken is tot zo’n twee meter. Het is een eldorado voor onderzoekers die de bodem van het meer gebruiken als een dankbaar geologisch en biologisch archief.
Iets ten noorden van het Uddelermeer ligt het Bleeke Meer dat op dezelfde manier is ontstaan, maar minder bekend is. Dit meer ligt lager en is minder diep waardoor er veel meer begroeiing is. Er is daar in de loop der eeuwen een dichte veenlaag ontstaan waardoor het Bleeke Meer nauwelijks als meer herkend werd. In de 19e eeuw was het meer een dichtgeslibd veengebied geworden waar ook nog turf gestoken werd. De dichte veenlaag die men er vond is in het verleden op veel plekken ontgonnen, waardoor weer open plekken met water zijn ontstaan. In de 20e eeuw kreeg het Bleeke Meer zijn huidige vorm. Wat bleef was een meer in een nat veengebied waar veel bomen en struiken groeien.
Sage
Zoals zo vaak op de Veluwe is er ook een oude volksvertelling, een sage, die het ontstaan van beide meren verklaart. De vertelling speelt in een tijd waarin reuzen die op de Veluwe woonden de hemel bestormden en waarin een reuzenslang het Uunniloo bewoonde. De reuzen en de slang waren bondgenoten. De dondergod Thunar, die ook wel Donar wordt genoemd. voerde strijd met de reuzen en de reuzenslang. Tijdens die strijd trok hij in zijn door zwarte bokken voortgetrokken hemelwagen met veel kabaal langs de wolken. Toen de reuzenslang vanuit de hoogste eik haar geweldige kop en haar opengesperde kaken door de wolken omhoog hief om de goden in de hemel met zijn giftige adem te doden, sloeg Thunar met zijn nooit missende hamer de kop van het reuzenmonster in waarbij hij door de slag zijn hamer verloor. De slang en de hamer stortten met veel geweld neer en sloegen een gat in de bodem van wel 7 mijlen diep. Thunar raakte echter bedwelmd door de giftige adem die door de slang uitgebraakt was, wankelde en viel uit zijn strijdwagen. De dondergod viel vlak bij de slang op de aarde te pletter, waardoor een tweede gat ontstond. Na een lange periode waarin de Winterreus heerser was over het gebied ontstonden in de gaten twee meren. Het meer op de plaats waar de slang en de hamer terechtgekomen waren noemde men Uttiloch (Uddelermeer) en het meer waar Thunar gevallen was noemde men het Godenmeer of Bleeke Meer.
Twee mysterieuze meren die een mysterieuze vertelling verdienen.
De Hunneschans
In de omgeving van het Uddelermeer zijn bij archeologisch onderzoek sporen van cultivering ontdekt die dateren uit de ijzertijd. Gebleken is dat er al in de 7e eeuw ijzererts werd gevonden en ijzer werd geproduceerd. Iets ten oosten van het Uddelermeer vindt men de resten van een aarden verdedigingswerk uit de 10e eeuw, de Hunneschans genaamd. Dit verdedigingswerk is gesticht door de Saksische graven van Hamaland vanwege de strategische ligging. De Hunneschans lag op een kruispunt van belangrijke handelsroutes die van belang waren voor het vervoer van het ijzer. Waarschijnlijk is dit verdedigingswerk gebruikt om het kostbare ijzererts en de handel in ijzer te beschermen. Een bijna rond binnenterrein met een doorsnede van ca. honderd tot honderdvijftig meter waar een hoefijzervormige aarden wal omheen lag werd beschermd door een nu droge buitengracht. Waarschijnlijk stroomde er vroeger water uit het naastgelegen Uddelermeer door de gracht.
Iemand die grote belangstelling had voor het gebied was koningin Wilhelmina. Zij beschouwde het gebied een beetje als haar achtertuin, omdat het niet ver van paleis Het Loo lag. De Majesteit was een verdienstelijk kunstschilder en zij kwam graag bij het Uddelermeer om er haar hobby uit te oefenen. Ze gebruikte hiervoor een schilderswagen die voortgetrokken werd door een pony. Deze schilderswagen stalde zij in een koetshuis dat nog steeds te vinden is bij het Restaurant Theehuis Uddelermeer.
Het prachtige gebied rondom het Uddelermeer trekt heel wat toeristen en wandelaars. Men komt er om te genieten van de natuur en uit te kijken over het water. Zwemmen wordt er echter afgeraden vanwege de blauwalgen die het water regelmatig bederven. De watervervuiling is zo ernstig dat een grote schoonmaakactie noodzakelijk is. De universiteiten van Wageningen en Amsterdam doen onderzoek hoe dit het beste kan gebeuren. Een grootschalige schoonmaakactie zal moeilijk zijn, want het meer is van grote betekenis voor wetenschappers uit de hele wereld die belangstelling hebben voor het unieke pollenreservoir dat zich onder water bevindt. Het eeuwenoude meer geeft zijn metersdikke geheimen niet zo snel prijs.
Misschien zijn het nog steeds de giftige dampen van de adem van de reuzenslang uit de sage van Uttiloch, die het water verontreinigen.
Door Bert Biesmeijer
Beste Bert
Weer een mooi, interessant stuk met mooie foto’s!
Goede research.
Ik lees je verhalen met veel interesse.
Wat leuk Arty. Dank voor je reactie.
Waarover men niet spreken kan
Het kneedbare water
verzacht in de spiegeling
gracieus het barse en het brute
van onwrikbare sagen
een rafel regenbui
haast zich van het toneel
waarop sfinxen
in snippers woud
een mystiek hiërogliefenschrift achterlaten
horizon vindt er geen woonstede
bomen nauwelijks bodem
op deze plaats zal ik stil zijn
en zwijgen
over de vage grenzen
die kleuren scheiden
over het verloop van eeuwen
over mijn onvermogen
om dit alles te benoemen.
*** *** ***
Comments are closed.